ECLI:NL:GHAMS:2020:524

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 februari 2020
Publicatiedatum
21 februari 2020
Zaaknummer
23-004339-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens niet-functionerende boordcomputer in taxi

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1997, was aangeklaagd voor het niet zorgdragen voor een op correcte wijze functionerende boordcomputer in zijn taxi tijdens een rit op 30 augustus 2017 te Schiphol. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straf als eerder opgelegd door de politierechter. Tijdens de zitting heeft de verdachte verklaard dat de boordcomputer daags voor de controle vreemd deed, maar dat er bij een bezoek aan een gecertificeerd autobedrijf geen problemen waren geconstateerd. Op het moment van rijden functioneerde de boordcomputer, en de verdachte had deze niet verder gecontroleerd omdat hij deze niet nodig had voor de rit. Na de controle bleek er wel een probleem te zijn met de boordcomputer, maar de verdachte had deze eerder laten nakijken zonder dat er gebreken waren gevonden. Het hof oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte er geen zorg voor had gedragen dat de boordcomputer functioneerde, en sprak hem vrij van de tenlastelegging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en de strafbeschikking.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004339-18
datum uitspraak: 21 februari 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 november 2018 in de strafzaak onder parketnummer 96-083976-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 februari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 augustus 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Havenmeesterweg, als vervoerder die taxivervoer heeft verricht, of heeft doen verrichten, met een auto waarmee taxivervoer werd verricht, terwijl hij er geen zorg voor had gedragen dat in de auto een op correcte wijze functionerende boordcomputer aanwezig was en/of voor die boordcomputer een typegoedkeuring was verleend, als bedoeld in artikel 22 lid 1 Wegenverkeerswet 1994.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij als vervoerder taxivervoer heeft verricht met een auto terwijl hij er geen zorg voor had gedragen dat in de auto een op correcte wijze functionerende boordcomputer aanwezig was.
Het hof acht in dit verband het volgende van belang.
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat de boordcomputer daags voor de controle al vreemd deed en dat hij hiervoor naar een gecertificeerd autobedrijf was gegaan. Dit autobedrijf heeft toen geen problemen geconstateerd. Op het moment dat de verdachte met de taxi ging rijden deed de boordcomputer het. Omdat hij via [naam 1] reed had hij de boordcomputer verder niet nodig en heeft dan ook niet gezien dat deze het op een gegeven moment niet meer deed, totdat de verdachte werd gecontroleerd. Vervolgens is de verdachte wederom met de boordcomputer naar het autobedrijf gegaan en toen pas is geconstateerd wat er aan de hand was. De verdachte heeft zijn verklaring middels een verklaring van [naam 2] van 4 oktober 2017 onderbouwd, inhoudende dat de verdachte op 28 en 30 augustus (het hof begrijpt 2017) bij hen langs is geweest en toen geen gebreken waren gevonden in de boordcomputer en op 4 september wel en dat er toen revisie op de boordcomputer is uitgevoerd.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van het hof niet worden bewezen dat de verdachte er geen zorg voor had gedragen dat in de auto een op correctie wijze functionerende boordcomputer aanwezig was, nu de boordcomputer aan het begin van zijn dienst functioneerde en hij daarvóór deze boordcomputer heeft laten nakijken waarbij geen problemen werden geconstateerd. De verdachte dient dan ook vrijgesproken te worden van het hem ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 30 september 2017 onder CJIB nummer 8132542003060390.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. N.A. Schimmel en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. M.C.W. van der Voort, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 februari 2020.
Mr. van Die is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]