Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
high trust, low tolerance’.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting Regionaal Opleidingen Centrum van Amsterdam (ROC) en een docente, [geïntimeerde]. Het ROC verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens verwijtbaar handelen van de docente en subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De docente had op eigen initiatief een paintball-uitje en een reis naar Berlijn georganiseerd, en het ROC stelde dat zij misbruik had gemaakt van het declaratiebeleid door onterecht kosten te declareren.
De kantonrechter had in eerste aanleg het ontslag op staande voet van de docente vernietigd, omdat het ROC niet had aangetoond dat er sprake was van opzettelijk foutief declareren. In hoger beroep heeft het hof de argumenten van het ROC beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen bewijs was voor opzettelijk foutief declareren door de docente. Het hof oordeelde dat het ROC op de hoogte was van de reis naar Berlijn en dat er geen grond was voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter en veroordeelde het ROC in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij claims van verwijtbaar handelen en de noodzaak voor werkgevers om duidelijk te communiceren over goedkeuring van activiteiten.