Uitspraak
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
1.VERENIGING VAN EIGENAARS [adres] ,
[belanghebbende sub 2],
[belanghebbende sub 3],
1.Procesverloop
primairhet aanbrengen van een zelfdragende waterdichte betonnen kelderbak binnen de bestaande constructie op de wijze als omschreven in het deskundigenrapport onder ‘optie 2’ en
subsidiairhet aanbrengen van een bekuiping en injectie op de voorwaarden die het hof juist acht (waaronder verstrekking van deugdelijke garanties alsmede verzekering voor vervolgschade), alsmede op de voet van artikel 5:121 lid 2 BW zal bepalen dat de eigenaren volgens ieders respectievelijk breukdeel zullen bijdragen in de kosten, met veroordeling van de VvE in de proceskosten van beide instanties, de kosten van het deskundigenrapport daaronder begrepen, voorts zal bepalen dat de VvE de door [appellanten] reeds betaalde proceskosten zal restitueren en ten slotte zal bepalen dat [appellanten] binnen de VvE niet zal behoeven bij te dragen in de kostenveroordeling.
2.De feiten
3.De beoordeling
Hij heeft daarin onder meer geconcludeerd:
Nu de Ontwikkelaar een ondeugdelijk souterrain heeft verkocht zit de VvE – i.c. [appellant sub 1] en [belanghebbende sub 2] – met de gebakken peren.
(..)
Het valt dus binnen de verplichtingen van de VvE (en voor haar kosten) te zorgen voor een droog souterrain.
(..)
Samengevat:
a. Herstel is noodzakelijk (..) Voor de feitelijke constructieve staat van de huidige keldervloer en funderingspalen is destructief onderzoek noodzakelijk (..) Alsdan kan een bouwkundig ingenieursbureau adviseren met betrekking tot de noodzaak en omvang van de door Ondergetekende bedoelde herstelwerkzaamheden.
De VvE dient er rekening mee te houden dat de kosten voor dergelijk herstel ten minste € 50.000,- incl. btw zullen bedragen en bij het aanbrengen van nieuwe funderingspalen kunnen oplopen tot wel € 100.000,- incl. btw welke bedragen uitsluitend bedoeld zijn als indicatie.b. De kosten van injecteren en eventueel andere voorzieningen om te komen tot een geheel vochtvrij souterrain komen voor rekening van de VvE.
c. De kosten van de voor injecteren benodigde sloopwerken en de kosten van herstel van dekvloeren, wanden en overige onderdelen blijven voor rekening van [appellanten]
(..)”
(...)
(…)
[p. 18] Zoals volgt uit de beantwoording van vraag 1 leid ik uit het dossier en de bezichtiging ter plaatse af dat er geen wijzigingen zijn uitgevoerd aan de draagconstructie die als oorzaak voor de lekkage zijn aan te merken. Wel is het zo dat op enig moment de waterdichte bekleding aan de binnenzijde van de souterrainwanden is verwijderd. (..)
Ten tijde van de bouw van het pand was het gebruikelijk om een souterrain waterdicht te maken door het aanbrengen van waterdicht stucwerk tegen de binnenzijde van de souterrainwanden. Dit leidde veelal tot een verbrede stucwerk plint (..). Deze plint is dus op enig moment uit de woning verwijderd, behoudens een klein deel in de bergkast. (..)
(..)
[p. 19] Samenvattend is de oorzaak van de lekkages het ontbreken van een waterdichte voorziening in de souterrainconstructie. Vanaf de bouw tot aan 1998 was er een waterdichte stuclaag aanwezig op de wanden van het souterrain. Deze laag vertoonde in 1998 vermoedelijk gebreken waardoor zich toen lekkages voordeden. Dit heeft in 1998 voor de verkoper aanleiding gegeven tot het uitvoeren van herstel bestaande uit het verwijderen van de waterdichte stuclaag en het injecteren van de wanden. Dit herstel heeft echter niet blijvend geleid tot een waterdichte constructie. Ook de nadien tussen 2006 en 2012 uitgevoerde injecteerwerkzaamheden hebben niet tot een waterdichte constructie geleid. Voor zover uit de beschikbare gegevens valt af te leiden zijn er door [appellant sub 1] geen aanpassingen uitgevoerd die van invloed zijn (geweest) op de lekkages.
(..)
[p. 20] Door het verwijderen van de kim/plint tussen april en juni 1998, zal de invloed van de lekkages sinds die tijd verder zijn toegenomen.
(..)
[p. 21] De kern van het herstel dient te zijn dat er een duurzaam waterdichte voorziening in het souterrain wordt gerealiseerd, waardoor water van buitenaf niet meer de souterrainruimte binnen kan dringen.
Het waterdicht maken van de bestaande kelderconstructie. De mogelijkheden hiervoor zijn het injecteren van de kelderwand en/of het aanbrengen van een waterdichte bekleding (een meerlaags stucsysteem) tegen de binnenzijde van de kelderconstructie.
(..)
1 Verwijdering afwerking wanden en vloer € 8.000,00
2 Aanbrengen waterdichte afwerking incl. ontwerp/advies € 25.000,00
3 Herstel binnenafwerkingen € 20-30.000,00
Totaal indicatie herstelkosten optie 1, exclusief BTW € 53-63.000,00
• Optie 1 is de minst verstrekkende oplossing en vergt de geringste kosten voor de constructieve aan passing, maar biedt tevens een beperkte zekerheid op bescherming tegen lekkages. Voor het geval dat het souterrain gebruikt wordt als woon- en leefruimte, zoals hier het geval is, zullen hogere kosten gemaakt worden voor de afwerking. Dit betekent ook dat in het geval van (vrijwel onvermijdelijke) nieuwe lekkages in de toekomst de kosten voor herstel steeds duidelijk hoger zullen zijn.
• Optie 1 is eerder getracht uit te voeren, zowel namens de vorige eigenaar, door de firma Vochttechniek Nederland, als herhaaldelijk namens [appellant sub 1] , door de firma Perfusie. Deze methode heeft tot op heden niet tot een waterdicht souterrain geleid.
(..)”
kunnenhebben op de vraag in welke verhouding de appartementseigenaars in de kosten van uitvoering van optie 2 dienen bij te dragen (zie hierna onder 3.10). Ook de vraag wat de precieze kosten zijn als optie 1 wordt uitgevoerd, doet niet af aan de inhoud en hoofdconclusie van het deskundigenrapport, reeds omdat ook in dat rapport de kosten van optie 1 aanzienlijk lager worden begroot dan de kosten van optie 2. De vraag of en, zo ja, in hoeverre Muprotec garanties kan afgeven alsmede de vraag of de restrisico’s verzekerbaar zijn, zijn vragen die alleen relevant zijn indien voor optie 1 zou worden gekozen, wat hier niet aangewezen is. Om diezelfde reden zijn de vragen of met het aanbrengen van een waterdichte bekleding thans wel tot een waterdicht resultaat kan worden gekomen en of aan optie 1 al dan niet een aanzienlijk aantal problemen verbonden is, evenmin relevant. Voor zover de VvE en [belanghebbenden sub 2 en sub 3] technische en financiële argumenten tegen optie 2 hebben ingebracht (zie akte uitlating deskundigenbericht alsmede uitlating wijziging verzoek onder 43-46) acht het hof de daarop betrekking hebbende stellingen onvoldoende geconcretiseerd. Al met al vindt het hof in wat door de VvE en [belanghebbenden sub 2 en sub 3] is aangevoerd onvoldoende aanleiding om van de in het rapport geformuleerde hoofdconclusie af te wijken.
onrechtmatighandelen zou opleveren. De eindconclusie is dat het hof het op artikel 5:108 lid 1 BW gebaseerde verweer van de VvE en [belanghebbenden sub 2 en sub 3] verwerpt.
4.De beslissing
17 maart 2020een akte te nemen als hiervoor onder 3.10 bedoeld, waarna de VvE en [belanghebbenden sub 2 en sub 3] daarop bij akte zullen mogen reageren;