ECLI:NL:GHAMS:2020:4109
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens te late indiening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 augustus 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, maar dit was pas op 21 november 2019 ingediend, wat meer dan de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen na de uitspraak was. Hierdoor kon de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
Het hof heeft tijdens de zitting kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en heeft vastgesteld dat de verdachte niet tijdig in hoger beroep is gekomen. De beslissing van het hof was dan ook om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en de griffier was aanwezig. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de termijn voor het instellen van hoger beroep strikt dient te worden nageleefd, om rechtszekerheid te waarborgen. De uitspraak van het hof is een bevestiging van de noodzaak om tijdig juridische stappen te ondernemen in strafzaken.