Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
4.Beslissing
10 mei 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 18 augustus 2020. De verdachte was niet verschenen op de zitting in hoger beroep, omdat de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze was betekend. De advocaat van de verdachte had het hof voorafgaand aan de zitting geïnformeerd dat zij niet zou verschijnen, maar dat de verdachte zelf wel aanwezig wilde zijn. De Hoge Raad oordeelde dat de betekening van de oproeping nietig was, omdat de akte van uitreiking in het ongerede was geraakt en er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de zitting. Dit verzuim leidde tot de nietigverklaring van de betekening van de oproeping in hoger beroep. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verklaarde de betekening van de oproeping nietig.