ECLI:NL:GHAMS:2020:3998
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake vrijspraak van verdachte in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 maart 2019. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder de diefstal van horloges van de merken Rolex en Cartier, sieraden en geldbedragen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Dit is in lijn met artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat tegen een vrijspraak geen hoger beroep openstaat. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd voor zover het aan het oordeel van het hof onderworpen was. De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting op 6 juli 2020, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechters M. Jurgens en N.J.M. de Munnik waren buiten staat om het arrest te ondertekenen.