Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
Bespreking van het beroep op (putatief) noodweer(exces)
noodweer.De verdachte zag zich tweemaal geconfronteerd met een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. De eerste aanranding vond plaats bij de auto van de verdachte, waar hij door de aangever werd geslagen en tegen de autodeur werd geduwd. De verdachte stapte daarop in zijn auto, vervolgens weer uit zijn auto, waarna een nieuwe confrontatie plaatsvond waarbij over en weer met stenen werd gegooid. Nadat de aangever was weggerend, kwam hij weer terug gerend en maakte een karatetrap richting de verdachte, hetgeen de tweede aanranding oplevert. Nu de verdachte zich op proportionele wijze heeft verdedigd tegen deze laatste ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, komt hem een beroep op noodweer toe.
noodweerexces, nu hij weliswaar de grenzen van een noodzakelijke verdediging heeft overschreden, maar deze overschrijding het onmiddellijk gevolg is geweest van een door de twee ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanrandingen veroorzaakte, hevige gemoedsbeweging. Daarbij heeft de raadsman eveneens betrokken dat vóór de eerste aanranding bij de auto van de verdachte, diens plantenbakken door de aangever waren vernield en dit heeft doorgewerkt in de toestand van de verdachte op het moment dat hij zich verdedigde.
putatief noodweer(exces)gedaan, nu de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat hij zich in een noodweersituatie bevond, gelet op het geschreeuw en het gooien met stenen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
materiële schade
immateriële
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
2 (twee) jaren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd op afspraken meldt bij Reclassering Nederland, zo lang en zo vaak als de reclassering dit noodzakelijk acht om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt bij Inforsa, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen die door de behandelaar worden gegeven.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [benadeelde] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 3.075,00 (drieduizend vijfenzeventig euro) bestaande uit