ECLI:NL:GHAMS:2020:3752

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
6 januari 2021
Zaaknummer
23-000187-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake winkeldiefstal in vereniging met taakstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1990, was beschuldigd van winkeldiefstal in vereniging. De tenlastelegging betrof de diefstal van oordopjes van het merk JBL uit een winkel in Amsterdam op 13 augustus 2018. De verdachte had samen met een medeverdachte gehandeld, waarbij de medeverdachte de oordopjes uit de verpakking haalde en deze onder haar kleding verstopte, terwijl de verdachte op de uitkijk stond en de lege verpakking verstopte. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van de diefstal.

Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de politierechter, dat de verdachte had veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur, en legde een taakstraf van 30 uur op. Het hof overwoog dat de verdachte zich samen met een ander schuldig had gemaakt aan een ergerlijk feit dat niet alleen materiële schade veroorzaakte, maar ook hinder voor het winkelbedrijf. De verdachte had eerder al een veroordeling voor diefstal op zijn naam staan, wat meebracht dat het hof een onvoorwaardelijke taakstraf passend achtte. De beslissing van het hof is gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoon van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000187-19
datum uitspraak: 2 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-160529-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedag] 1990,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 en 18 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 13 augustus 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, oordopjes (merk: JBL), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel] (filiaal [adres 2]), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd wegens doelmatigheidsredenen.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken, nu zijn medeverdachte de diefstal alleen heeft gepleegd.
Het hof overweegt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de medeverdachte de wegnemingshandeling heeft verricht, door in de winkel de oordopjes uit de verpakking te halen en onder haar kleding te verstoppen. De verdachte heeft tijdens die manoeuvre vlak naast de medeverdachte op de uitkijk gestaan en heeft, nadat de medeverdachte de oordopjes wegnam, de lege verpakking onder een stelling geschoven en aldus aan het zicht onttrokken. Hieruit blijkt dat zij tijdens de diefstal nauw en bewust hebben samengewerkt. De verdachte heeft zich op die manier schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging. Het hof verwerpt het verweer van de raadsman.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 augustus 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander oordopjes (merk: JBL), die aan [winkel] (filiaal [adres 2]) toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur subsidiair 20 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft bepleit dat aan de verdachte een geldboete van € 200,00 en een geheel voorwaardelijke taakstraf van 40 uur wordt opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Winkeldiefstal is een ergerlijk feit, dat naast materiële schade ook hinder veroorzaakt voor het gedupeerde winkelbedrijf. Bovendien heeft de verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van het desbetreffende winkelbedrijf.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 augustus 2020 is hij eenmaal eerder ter zake van diefstal onherroepelijk veroordeeld.
Gelet op de recidive van de verdachte acht het hof een onvoorwaardelijke taakstraf passend. Het hof zal, gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, echter een taakstraf van iets kortere duur opleggen dan door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. M.J.A. Plaisier en mr. M. Iedema, in tegenwoordigheid van mr. S. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 oktober 2020.
mr. S. van Gennip is buiten staat dit arrest te ondertekenen.