In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979 op de Nederlandse Antillen, was gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad. Hij was aangeklaagd voor poging tot doodslag en mishandeling van een ambtenaar, gepleegd op 5 december 2018 te Amsterdam. De verdachte had een willekeurige voorbijganger met een mes in de rug gestoken en een buitengewoon opsporingsambtenaar mishandeld. Tijdens de rechtszittingen heeft de verdediging vrijspraak bepleit, onder andere op basis van de psychische toestand van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ernstige en progressieve vorm van schizofrenie, waardoor hij ten tijde van de feiten niet in staat was om de gevolgen van zijn daden te overzien. Het hof heeft de tenlasteleggingen bewezen verklaard, maar de verdachte niet strafbaar geacht vanwege zijn ziekelijke stoornis. De verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging en er is TBS met dwangverpleging opgelegd. Tevens is de vordering van de benadeelde partij integraal toegewezen, met een schadevergoeding van € 2.308,18, bestaande uit materiële en immateriële schade.