Uitspraak
1.Het geding
2.De feiten en het procesverloop
3.Het wrakingsverzoek
Ik verwijs voor de gang van zaken graag naar het PV van de zitting. Ik heb geprobeerd [verzoeker] uit te leggen dat het hof zich ter zitting eerst een beeld moet vormen van de feiten zoals deze onder andere uit het dossier blijken en van de persoon van de verdachte. Daarbij is alle ruimte voor [verzoeker] om zijn standpunt te geven. Maar als voorzitter behoor ik ook de goede procedurele volgorde van de zitting te bewaken. Het is jammer dat [verzoeker] dit anders ziet. Ik kan mij echter zeker niet vinden in het verwijt dat ik bevooroordeeld ben in deze zaak.”
4.Beoordeling van het wrakingsverzoek
De voorzitter (...) wijst er nogmaals op dat de verdachte op een later moment tijdens de zitting zijn verhaal mag doen maar dat het van belang is dat eerst de vragen van het hof worden beantwoord (...).