Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Head of Human Resources” is bij Standard Chartered Bank in Singapore. Met de hand staat op het kaartje het persoonlijk e-mailadres [geïntimeerde sub 1] bijgeschreven
3.Beoordeling
in conventie, zakelijk weergegeven, gevorderd:
in reconventie, zakelijk weergegeven, gevorderd:
in conventie(i) bepaald dat het vonnis in de plaats zal treden van de koopakte, die ziet op het vastleggen van de koopovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning, (ii) [appellant] op straffe van verbeurte van een dwangsom veroordeeld medewerking te verlenen aan de levering van de woning aan [geïntimeerden] , (iii) [appellant] veroordeeld in de beslagkosten en de proceskosten, met nakosten. Hetgeen meer of anders is gevorderd heeft de rechtbank afgewezen. De rechtbank heeft
in reconventiede vorderingen afgewezen en [appellant] veroordeeld in de proceskosten, met nakosten. De rechtbank heeft aan deze beslissingen in de kern ten grondslag gelegd dat [geïntimeerden] bij (de onderhandelingen over) de koop van de woning hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf en dat om die reden [appellant] geen beroep toekomt op artikel 7:2 BW. Volgens de rechtbank is er een rechtsgeldige koopovereenkomst tussen [geïntimeerden] en [appellant] tot stand gekomen.
De grieven I tot en met Vlenen zich voor een gezamenlijke behandeling. Hierin stelt [appellant] onder meer aan de orde dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat het vereiste van een schriftelijke koopovereenkomst als bedoeld in artikel 7:2 BW in de verhouding tussen partijen niet van toepassing is.
Balance sheet” en “
Profit and loss statement” van juli 2017 van [X] valt immers niet af te leiden dat [geïntimeerden] hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Uit deze overzichten blijkt bijvoorbeeld niet dat er belastingaangifte is gedaan met betrekking tot de betrokken appartementen in Nederland en hoe die aangifte is ingevuld. Aangiftes of belastingaanslagen waaruit zou kunnen worden afgeleid dat [geïntimeerden] met betrekking tot de appartementen handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf ontbreken. [appellant] heeft zich in dit verband met juistheid op het standpunt gesteld dat ten aanzien van onroerend goed dat zich in Nederland bevindt, aangifte dient te worden gedaan van de inkomsten en uitgaven betreffende dat onroerend goed en dat uit een dergelijke aangifte kan worden opgemaakt of er sprake is van een onderneming. [geïntimeerde sub 1] heeft op dit punt desgevraagd verklaard dat hij de inkomsten uit de Nederlandse appartementen opgeeft in box 3 en niet in box 1. Dat duidt er naar het oordeel van het hof niet op dat [geïntimeerden] handelen in de uitoefening van een beroep op bedrijf; eerder duidt dat er op dat de appartementen door [geïntimeerden] worden zien als een privébelegging met het daarbij behorende belastingtarief. Ter terechtzitting is op dit punt onvoldoende duidelijkheid verschaft.
Profit and loss statement” terwijl deze op dat moment nog niet geleverd of betaald was. Ook wordt opgemerkt dat een van de appartementen is gefinancierd met een spaarhypotheek, welke om fiscale redenen in de particuliere markt wordt gebruikt. Naar het oordeel van het hof doet dit een en ander afbreuk aan de betrouwbaarheid en de degelijkheid van genoemde stukken met betrekking tot de vraag die voorligt. Een door [geïntimeerden] in het geding gebrachte verklaring van Administratiekantoor [X] - fiscaal adviseur van [geïntimeerden] - stelt hier onvoldoende tegenover en geeft geen aanknopingspunt om te veronderstellen dat zij in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelden. Die verklaring is in algemene bewoordingen opgesteld, bevat weinig meer dan een opsomming van de vier appartementen die [geïntimeerden] hebben aangeschaft en maakt er melding van dat [geïntimeerden] een financiële administratie bijhouden voor intern gebruik, waarvoor geen bijzondere eisen gelden. [geïntimeerden] zijn niet nader ingegaan op hetgeen in de brief van 4J Administraties aan de orde is gesteld.