ECLI:NL:GHAMS:2020:343

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
12 februari 2020
Zaaknummer
23-001769-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bewezen inbraak met DNA- en vingerafdrukbewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren op Curaçao in 1998 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Roermond, was beschuldigd van inbraak in een woning te Hoofddorp op 14 juni 2017. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van een Apple computer, oplader en een geldkist, waarbij de verdachte zich toegang tot de woning had verschaft door middel van braak. Het hof heeft vastgesteld dat de inbraak bewezen is op basis van vingerafdrukken op glasscherven van een gebroken raam en DNA-sporen in een bloedspoor dat in de woning is aangetroffen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem eerder had veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en heeft geoordeeld dat er geen redenen zijn om van het LOVS-uitgangspunt van drie maanden gevangenisstraf af te wijken. Het hof heeft de ernst van de inbraak en de impact op de slachtoffers meegewogen in zijn beslissing. De verdachte is als first offender aangemerkt, maar het hof heeft geen omstandigheden gezien die een lagere straf rechtvaardigen. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, gelijk aan de eerdere uitspraak van de politierechter.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001769-19
datum uitspraak: 11 februari 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer
15-085487-18 tegen
[verdachte],
geboren te Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedag] 1998,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Roermond te Roermond.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
28 januari 2020.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 juni 2017 te Hoofddorp met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (perceel: [adres]) heeft weggenomen een computer (merk: Apple) en/of een oplader (merk: Apple) en/of een geldkist, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 juni 2017 te Hoofddorp met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (perceel: [adres]) heeft weggenomen een computer (merk: Apple) en een oplader (merk: Apple) en een geldkist, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Bewijsmiddelen

1. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1100-[onderzoek]-1 van 16 juni 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde pagina’s 4-8.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 14 juni 2017 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van de aangever [slachtoffer]:
Ik doe aangifte van een diefstal uit mijn woning, adres [adres]. Op 14 juni 2017 omstreeks 12.10 uur verliet ik mijn woning en sloot ik de woning af. Op woensdag 14 juni 2017 te 14.45 uur kwam ik terug bij mijn woning en zag ik dat er was ingebroken. In de woonkamer zag ik dat er een groot gat in het linkerraam van mijn schuifpui zat. Ik zag op de grond glasscherven liggen. Ik zag dat op de grond van de woonkamer een baksteen lag. De goederen die uit mijn woning zijn ontvreemd, zijn een computer, Apple Macbook Pro 13,3 inch met bijbehorende oplader en een geldkist van Rabobank Topkidrekening.
2. Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer PL1100-[onderzoek]-3 van 15 juni 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], doorgenummerde pagina’s 14-17.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 juni 2017 gedane bevindingen van de verbalisant tijdens het door hem uitgevoerde sporenonderzoek:
Op 15 juni 2017 heb ik als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek verricht naar sporen in verband met een diefstal in een woning te [adres]. Ik zag aan de achterzijde in de woonkamer een schuifpui en daar links van een ingeslagen of ingegooid raam. Ik zag in de woonkamer en aan de buitenzijde bij de bovengenoemde ruit glasscherven liggen. Op meerdere glasscherven zag ik dactyloscopische afdrukken staan. Ik heb die afdrukken afgevormd ten behoeve van een vergelijkend dactyloscopisch onderzoek. Die afdrukken hebben de kenmerken [nummer 1], [nummer 2], [nummer 3], [nummer 4], [nummer 5], [nummer 6], [nummer 7], [nummer 8] en [nummer 9].
Op de zolderverdieping, in de logeerkamer zag ik een bureau staan waarvan de laden open stonden. De benadeelde verklaarde dat uit een bureaulade een leeg geldkistje was weggenomen. Op de vloer voor het bureau lag een pak opengescheurd pak kopieerpapier, waarop roodkleurige vlekken zaten die na controle met een indicatieve test een biologisch spoor leken. Deze vlekken zijn veiliggesteld met nummer [nummer 10]. Dit biologische spoor wordt verzonden naar het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag voor het vervaardigen van een DNA-profiel.
3. Een geschrift, te weten een Rapport dactyloscopisch onderzoek met kenmerk [onderzoek] – [nummer 4] van 18 september 2017, opgemaakt door [naam 1], operationeel specialist biometrie, doorgenummerde pagina’s 30-33.
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de hiervoor vermelde deskundige:
Met de afbeelding van dactyloscopisch spoor bekend in Havank onder nummer [onderzoek] is een vergelijkend onderzoek uitgevoerd in de verzameling referentieafdrukken in Havank.
Bij de aanvraag werden de volgende gegevens vastgelegd:
Datum invoer:
14-09-2017
Kenmerk aanvrager:
[onderzoek]
Kenmerk Havank:
Kenmerk spoor:
[nummer 4]
Resultaat dactyloscopisch onderzoek:
Dit onderzoek heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon
geregistreerd in Havank onder:
Biometrienummer:
[nummer 11]
SKN-nummer:
[nummer 12]
Incidentnummer:
[nummer 13]
Achternaam:
[verdachte]
Voornaam:
Geboortedatum :
[geboortedag]-1998
Geboorteplaats:
Curacao
Geboorteland:
Nederlandse Antillen
Nationaliteit:
Nederlandse
Geslacht:
Man
4. Een geschrift, te weten een Rapport dactyloscopisch onderzoek met kenmerk [onderzoek] – [onderzoek] – [nummer 1] A van 18 september 2017, opgemaakt door [naam 1], operationeel specialist biometrie, doorgenummerde pagina’s 34-37.
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de hiervoor vermelde deskundige:
Met de afbeelding van dactyloscopisch spoor bekend in Havank onder nummer [onderzoek] is een vergelijkend onderzoek uitgevoerd in de verzameling referentieafdrukken in Havank.
Bij de aanvraag werden de volgende gegevens vastgelegd:
Datum invoer:
14-09-2017
Kenmerk aanvrager:
[onderzoek]
Kenmerk Havank:
Kenmerk spoor:
[nummer 1] A
Resultaat dactyloscopisch onderzoek:
Dit onderzoek heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon
geregistreerd in Havank onder:
Biometrienummer:
[nummer 11]
SKN-nummer:
[nummer 12]
Incidentnummer:
[nummer 14]
Achternaam:
[verdachte]
Voornaam:
Geboortedatum :
[geboortedag]-1998
Geboorteplaats:
Curacao
Geboorteland:
Nederlandse Antillen
Nationaliteit:
Nederlandse
Geslacht:
Man
5. Een geschrift, te weten een Rapport dactyloscopisch onderzoek met kenmerk 2017122282 – [onderzoek] – [nummer 6] van 15 september 2017, opgemaakt door [naam 1], operationeel specialist biometrie, doorgenummerde pagina’s 38-41.
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de hiervoor vermelde deskundige:
Met de afbeelding van dactyloscopisch spoor bekend in Havank onder nummer [onderzoek] is een vergelijkend onderzoek uitgevoerd in de verzameling referentieafdrukken in Havank.
Bij de aanvraag werden de volgende gegevens vastgelegd:
Datum invoer:
14-09-2017
Kenmerk aanvrager:
[onderzoek]
Kenmerk Havank:
Kenmerk spoor:
[nummer 6]
Resultaat dactyloscopisch onderzoek:
Dit onderzoek heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon
geregistreerd in Havank onder:
Biometrienummer:
[nummer 11]
SKN-nummer:
[nummer 12]
Incidentnummer:
[nummer 13]
Achternaam:
[verdachte]
Voornaam:
Geboortedatum :
[geboortedag]-1998
Geboorteplaats:
Curacao
Geboorteland:
Nederlandse Antillen
Nationaliteit:
Nederlandse
Geslacht:
Man
6. Een geschrift, te weten een Rapport dactyloscopisch onderzoek met kenmerk [onderzoek] – [nummer 5] van 18 september 2017, opgemaakt door [naam 1], operationeel specialist biometrie, doorgenummerde pagina’s 42-45.
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de hiervoor vermelde deskundige:
Met de afbeelding van dactyloscopisch spoor bekend in Havank onder nummer [onderzoek] is een vergelijkend onderzoek uitgevoerd in de verzameling referentieafdrukken in Havank.
Bij de aanvraag werden de volgende gegevens vastgelegd:
Datum invoer:
14-09-2017
Kenmerk aanvrager:
[onderzoek]
Kenmerk Havank:
Kenmerk spoor:
[nummer 5]
Resultaat dactyloscopisch onderzoek:
Dit onderzoek heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon
geregistreerd in Havank onder:
Biometrienummer:
[nummer 11]
SKN-nummer:
[nummer 12]
Incidentnummer:
[nummer 14]
Achternaam:
[verdachte]
Voornaam:
Geboortedatum :
[geboortedag]-1998
Geboorteplaats:
Curacao
Geboorteland:
Nederlandse Antillen
Nationaliteit:
Nederlandse
Geslacht:
Man
7. Een geschrift, te weten een Rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte met bijlage van het Nederlands Forensisch Instituut met zaaknummer 2017.10.24.138 (aanvraag 001) van 7 november 2017, opgemaakt door [naam 2], deskundige forensisch DNA-onderzoek, doorgenummerde pagina’s 73-75.
Dir rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de verklaring van de hiervoor vermelde deskundige:
Gegevens verdachte:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedag] 2008
Geboorteplaats: Curaçao
Geboorteland: Nederlandse Antillen
Kenmerk aanvrager: PL1100-201722282-11
Identiteitszegel: [nummer 15]
Aan het referentiemonster wangslijmvlies [nummer 15] van de verdachte [verdachte] is DNA-onderzoek verricht. Van het DNA in dit referentiemonster is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel [nummer 15] van de verdachte [verdachte] is op 31 oktober 2017 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is tot op heden één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster [nummer 16].
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel [nummer 10] #1 (omschrijving onderzoeksmateriaal: een bloedspoor) uit DNA-profielcluster [nummer 16], afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte]. De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak op klaarlichte dag. Hij heeft hiermee inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en ook nog eens forse schade toegebracht. Woninginbraken veroorzaken maatschappelijke onrust en brengen bij veel mensen een groot gevoel van onveiligheid teweeg. Het hof neemt dit de verdachte kwalijk.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 januari 2020 heeft de verdachte zich niet eerder aan dergelijke feiten schuldig gemaakt, waardoor hij door het hof in deze zaak als
first offenderwordt aangemerkt.
Het hof heeft bij het bepalen van de soort en de omvang van de aan de verdachte op te leggen straf gelet op de straffen die landelijk gezien in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd aan een
first offenderen die hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Die komen uit op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Het hof heeft geen omstandigheden gehoord of gezien die zouden maken dat van dit uitgangspunt in voor de verdachte gunstige zin zou moeten worden afgeweken. Het enkele feit dat de verdachte de in eerste aanleg aan hem opgelegde straf als hoog ervaart, maakt dat niet anders.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van drie maanden passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. A.R.O Mooy en mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
11 februari 2020.
=========================================================================
[…]