ECLI:NL:GHAMS:2020:3356
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor openlijke geweldpleging en mishandeling na conflicten in Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging en mishandeling, gepleegd op 23 juli 2017 te Amsterdam. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 26 november 2018 was uitgesproken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 november 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verklaringen van de betrokkenen waren tegenstrijdig en er waren geen camerabeelden van het incident beschikbaar. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de ten laste gelegde handelingen had gepleegd. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De kosten werden door beide partijen gedragen.