2.5[X] vordert onder deze post een bedrag van € 23.458,70 exclusief btw, bestaande uit torbo stalen gevels, impregneren gevel, verfbanden stralen, voegwerk vervangen, herstel stenen, reparatiewerk voegwerk balkon lood en gevel reinigen voegen herstellen. Deze werkzaamheden zijn niet opgenomen in de oorspronkelijke opdracht of in de opdrachtbevestiging van 10 december 2014, maar in de brief van 12 november 2015 heeft de VvE de posten 73 m2 voegwerk vervangen (€ 2.882,24), herstel stenen vervangen (€ 207,57) en reparatiewerk voegwerk balkon lood (€ 483,94) goedgekeurd.
2.5.1In eerste aanleg heeft [X] aangevoerd dat het torbo stralen en impregneren van de gevels in de lijst van hoeveelheden bij bestek was opgenomen voor 600 m2, maar dat [X] deze werkzaamheden met [A] van de VvE heeft opgenomen toen de steigers stonden en dat toen bleek dat het 1.178 m2 moest zijn. Dit is overeengekomen meerwerk, aldus [X] . Hetzelfde geldt voor de extra 73 m2 voegwerk vervangen. In de memorie van grieven heeft zij daaraan toegevoegd dat verfbanden stralen en gevels reinigen voegen herstellen niet in de begroting was opgenomen. Op de in het bestek opgenomen hoeveelheden mocht op grond van het bestek en de offerte verrekening worden toegepast. Bij akte in hoger beroep heeft [X] facturen van de voeger overgelegd, waaruit blijkt dat deze aan haar 1.178 m2 torbo stralen en impregneren in rekening heeft gebracht. In haar akte na het tussenarrest heeft [X] nogmaals gewezen op de verrekeningspassage in haar offerte en gewezen op de vermelding op de factuur van de voeger “afgesproken met de heer [A] : van de te voegen gevels 613 m2”. Het door de VvE overgelegde rapport gaat over voegwerk, wat iets anders is dan stralen en impregneren, aldus [X] . Uit dat rapport zou hoogstens kunnen worden afgeleid dat het om 1.057 m2 of subsidiair 809,56 m2 zou gaan. Voor verfbanden stralen, herstel stenen vervangen en reparatiewerk voegwerk balkon lood heeft [A] mondeling een meerwerkopdracht gegeven.
2.5.2In eerste aanleg heeft de VvE aangevoerd dat zij slechts een meerwerkpost van € 2.983,55 heeft geaccordeerd en dat afwijkingen in de onderaanneemovereenkomst met de voeger niet kunnen worden doorgevoerd in de hoofdaanneemovereenkomst. In de memorie van antwoord heeft zij daaraan toegevoegd dat op grond van het bestek [X] binnen drie weken na de aanbesteding de in het bestek opgenomen hoeveelheden moest controleren, wat niet is gebeurd. Een oppervlak van 1.178 m2 is volgens haar veel te veel gelet op de grootte van de desbetreffende gevel. Bij haar antwoordakte heeft de VvE een rapport overgelegd waaruit blijkt dat er in de gevel 809,56 m2 oud en 124,52 m2 in 2001 reeds vernieuwd voegwerk aanwezig is. Dat nieuwe voegwerk heeft [X] niet overgedaan, dus [X] heeft 809,56 m2 voegwerk bewerkt. In haar antwoordmemorie na het tussenarrest heeft de VvE herhaald dat [X] de hoeveelheden binnen drie weken na de aanbesteding had behoren te controleren en met betrekking tot het voegwerk verwezen naar bouwverslag nr. 4 van 3 december 2014, waarin is vermeld dat het aantal m2 voegwerk is opgenomen in het werk en vastgesteld op 589 m2 (21,80 m2 minderwerk). Na bouwverslag nr. 11 heeft een tweede opneming plaatsgehad en is het oppervlak uitgevoerd voegwerk vastgesteld op 635 m2.
2.5.3Zoals hiervoor onder 2.5 reeds is overwogen, is de hoeveelheid uitgevoerd voegwerk vervangen niet in geschil, evenmin als de posten herstel stenen vervangen en reparatiewerk voegwerk balkon lood. Die drie posten, in totaal € 3.573,75, zijn reeds opgenomen in het door de rechtbank (afgezien van de slottermijn) toegewezen bedrag. [X] is in het geheel niet ingegaan op het betoog van de VvE dat zij de hoeveelheden binnen drie weken na de aanbesteding had behoren te controleren. Bij posten als deze, die nagenoeg zijn verdubbeld, klemt dit te meer. De vermelding in haar offerte dat afwijkende hoeveelheden zouden mogen worden verrekend, ontsloeg haar niet van de verplichting de hoeveelheden te controleren en afwijkingen te melden. Uit de stellingen van [X] blijkt ook niet dat de VvE ten aanzien van deze posten uitdrukkelijk ermee heeft ingestemd dat in een later stadium nog (grote) verhogingen zouden worden doorgevoerd. Anderzijds valt in de stellingen van de VvE ook niet te lezen waarom zij aanspraak zou hebben op verrekening van minderwerk op de posten turbo stralen en impregneren. In haar brief van 12 november 2015 heeft zij dan ook ten onrechte bedragen van € 418,06 en € 172,14 in mindering gebracht. Dit betekent dat het verschuldigde met die bedragen moet worden verhoogd tot € 323.460,61 exclusief btw. Ten slotte heeft [X] wel gesteld dat de posten verfbanden stralen en gevel reinigen voegen herstellen niet in de begroting waren opgenomen en dus meerwerk zijn, maar heeft zij niet voldoende concreet gesteld dat de VvE met dat meerwerk heeft ingestemd, zodat deze post wordt afgewezen.
Betwiste post: toilethuur