ECLI:NL:GHAMS:2020:3272

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2020
Publicatiedatum
8 december 2020
Zaaknummer
200.257.802/01 OK en 200.257.802/02 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van onmiddellijke voorzieningen in faillissement van Hello Amsterdam B.V.

Op 9 november 2020 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak tussen City Assistant B.V. en Hello Amsterdam B.V. In deze beschikking werd het verzoek van de curator van Hello Amsterdam, mr. H.F. Doeleman, om de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen, ingewilligd. De Ondernemingskamer oordeelde dat de toestand van Hello Amsterdam, die op 30 juni 2020 in staat van faillissement was verklaard, niet langer vereiste dat de onmiddellijke voorzieningen voortduurden. De Ondernemingskamer had eerder, in 2019, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Hello Amsterdam, maar door het faillissement was het niet meer nodig om dit onderzoek voort te zetten. De Ondernemingskamer gaf partijen de gelegenheid om aan te geven of zij het onderzoek zelf wilden financieren, aangezien de kosten niet uit de failliete boedel konden worden betaald. De beschikking werd in het openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.257.802/01 OK en 200.257.802/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 9 november 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CITY ASSISTANT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. W.P.M. Mulder, kantoorhoudende te Alphen aan den Rijn,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HELLO AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. J.W. Boddaert, kantoorhoudende te Amsterdam, thans geen.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid met City Assistant, Hello Amsterdam en [A] .
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 28 juni 2019, 1 juli 2019 en 10 september 2019 in deze zaak.
1.3 Bij de beschikkingen van 28 juni 2019 en 1 juli 2019 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Hello Amsterdam over de periode vanaf 7 april 2016 tot 18 januari 2019 en bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding mr. H.F. Doeleman te Amsterdam (hierna: Doeleman) benoemd tot bestuurder van Hello Amsterdam.
1.4 Bij de beschikking van 10 september 2019 heeft de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding bepaald dat de aandelen die [A] houdt in Hello Amsterdam – met uitzondering van één aandeel – ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. M.W.E. Evers te Amsterdam (hierna: Evers).
1.5 Doeleman heeft bij brief van 30 juni 2020 aan de Ondernemingskamer bericht dat Hello Amsterdam, op haar eigen verzoek, bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 juni 2020 in staat van faillissement is verklaard. Hierdoor is volgens Doeleman het voortduren van de door de Ondernemingskamer getroffen onmiddellijke voorzieningen niet langer nodig. Hij verzoekt, mede namens Evers, de Ondernemingskamer te bepalen dat deze onmiddellijke voorzieningen zullen eindigen op het moment dat het faillissement van Hello Amsterdam is uitgesproken. Volgens Doeleman ondersteunt City Assistant dit verzoek; ter bevestiging daarvan is de brief mede ondertekend door [B] (hierna: [B] namens City Assistant.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ten gevolge van een administratieve omissie van de Ondernemingskamer wordt pas nu op het verzoek tot ontheffing beslist.
2.2
De curator in het faillissement van Hello Amsterdam, mr. H.F.C. Hoogendoorn, heeft de Ondernemingskamer bij e-mail van 9 november 2020 laten weten dat de kosten van het onderzoek niet uit de boedel kunnen en zullen worden betaald.
2.3
De toestand van Hello Amsterdam vergt vanwege haar faillissement niet langer dat de door de Ondernemingskamer getroffen onmiddellijke voorzieningen zullen voortduren. Geen van partijen heeft belang bij handhaving van getroffen onmiddellijke voorzieningen. De Ondernemingskamer zal deze dan ook beëindigen.
2.4
Met het uitvoeren van het door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek is nog niet begonnen; de aanwijzing van een onderzoeker is vooralsnog aanhouden (zie 3.12 van de beschikking van 28 juni 2019) en sindsdien heeft niemand de Ondernemingskamer verzocht de onderzoeker alsnog aan te wijzen. De curator is niet bereid de kosten van het onderzoek uit de boedel te voldoen. Partijen zullen derhalve de gelegenheid krijgen om kenbaar te maken of zij het onderzoek zelf willen financieren. Indien dat niet het geval is zal de Ondernemingskamer ook het onderzoek beëindigen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
heft op, met ingang van heden, de bij beschikkingen van 28 juni 2019 en 10 september 2019 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
stelt partijen gedurende twee weken na heden in de gelegenheid zich uit te laten over de vraag of zij het bij beschikking van 28 juni 2019 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Hello Amsterdam B.V. zelf willen financieren.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. C.C. Meijer, raadsheren, prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en drs. C. Smits-Nusteling, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2020.