ECLI:NL:GHAMS:2020:3241
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verjaring van schadevergoedingsvordering na mishandeling en psychische klachten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een mondelinge uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn schadevergoedingsvordering werd afgewezen op grond van verjaring. [appellant] had een schadevergoeding gevorderd van € 27.164,57 voor materiële en immateriële schade, alsook kosten voor PTSS hulphonden ter waarde van € 114.600. De rechtbank oordeelde dat de vordering was verjaard, omdat de verjaringstermijn van vijf jaar was gaan lopen op het moment dat [appellant] bekend werd met zijn psychische klachten, en niet pas op het moment dat de diagnose PTSS werd gesteld. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat [appellant] al in 2007 bekend was met zijn psychische klachten, wat betekende dat de verjaring al was ingegaan voordat hij de dagvaarding in 2018 indiende.
Het hof overwoog verder dat, zelfs als de vordering niet verjaard zou zijn, deze niet toegewezen kon worden omdat [geïntimeerde] de mishandeling betwistte en [appellant] geen bewijs had geleverd voor zijn claims. Het hof concludeerde dat de bewijslast bij [appellant] lag, maar hij had in hoger beroep geen bewijsaanbod gedaan. Hierdoor kon het hof niet vaststellen dat [geïntimeerde] [appellant] had mishandeld. De vordering werd om deze redenen afgewezen en de mondelinge uitspraak van de rechtbank werd bekrachtigd, waarbij [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het geding in appel.