ECLI:NL:GHAMS:2020:3204

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 november 2020
Publicatiedatum
27 november 2020
Zaaknummer
23-002773-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van hoger beroep en ontslag van rechtsvervolging in taxidienstenzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte, geboren in 1992, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 23 juli 2018, waarin hij was veroordeeld voor het aanbieden van taxidiensten op een verboden locatie te Schiphol. Tijdens de procedure heeft de verdachte op 11 november 2020 een akte tot intrekking van het hoger beroep ingediend. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze intrekking niet meer mogelijk was, omdat de behandeling van de zaak al op 4 februari 2019 was begonnen. Het hof heeft besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, maar heeft de behandeling voortgezet om een onterechte uitspraak te herstellen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 april 2017 taxidiensten heeft aangeboden op het Jan Dellaertplein, een locatie waar dit verboden was volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Haarlemmermeer. De advocaat-generaal had gesteld dat de burgemeester bevoegd was om dergelijke gebieden aan te wijzen, maar het hof oordeelde dat de verdachte niet in strijd had gehandeld met een verbodsnorm uit de APV. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte van alle rechtsvervolging ontslagen, omdat het bewezenverklaarde niet strafbaar was op basis van de geldende wetgeving. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke strafbepaling en de rol van de burgemeester in het aanwijzen van verboden gebieden voor taxidiensten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002773-18
datum uitspraak: 27 november 2020
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem van 23 juli 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15‑043554-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 november 2020.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Het hof heeft voorafgaand aan de terechtzitting een akte intrekken hoger beroep van 11 november 2020 ontvangen, inhoudende dat de verdachte het hoger beroep heeft ingetrokken. De behandeling ter terechtzitting in hoger beroep van de zaak van de verdachte was echter reeds op 4 februari 2019 aangevangen, zodat intrekken van het hoger beroep op grond van art. 453, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering niet meer mogelijk is.
Uit de verklaring tot het intrekken van het hoger beroep moet worden afgeleid dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep niet langer handhaaft. Het hof zal evenwel niet - naar analogie van het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering - de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep, aangezien behandeling van het hoger beroep van belang is om een onterechte uitspraak te herstellen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 april 2017 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer taxidiensten heeft aangeboden op het Jan Dellaertplein zijnde een aangewezen locatie of gebied, gelegen in een openbare, in de openlucht gelegen plaats en/of een openbaar toegankelijk gebouw, waar het verboden is om taxidiensten aan te bieden; ( artikel 2:1G Algemene Plaatselijke Verordening Haarlemmermeer )
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 april 2017 te Schiphol taxidiensten heeft aangeboden op het Jan Dellaertplein, zijnde een aangewezen locatie of gebied, gelegen in een openbare, in de openlucht gelegen plaats waar het verboden is om taxidiensten aan te bieden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De advocaat-generaal heeft gesteld dat ingevolge de APV Haarlemmermeer 2017 de burgemeester de bevoegdheid heeft om een gebied aan te wijzen waar het verboden is om taxidiensten aan te bieden. Bij besluit van 23 januari 2017 heeft de burgemeester op basis van artikel 2.1G lid 1 APV Haarlemmermeer 2017 van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. Door de desbetreffende aanwijzing is het aanbieden van taxidiensten op het Jan Dellaertplein bij of krachtens de APV verboden verklaard en strafbaar gesteld, aldus de advocaat-generaal.
Artikel 2:1G lid 1 APV Haarlemmermeer 2017 verleent de burgemeester in het belang van de openbare orde de bevoegdheid om gebieden aan te wijzen waar het verboden is om taxidiensten aan te bieden. Deze bepaling houdt echter geen verbod in op het aanbieden van taxidiensten in een door de burgemeester aangewezen gebied, zodat hierop niet de strafbepaling van artikel 6:1 APV Haarlemmermeer 2017 van toepassing is (vgl. HR 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1687). De verdachte heeft volgens de bewezenverklaring weliswaar in strijd gehandeld met het aanwijzingsbesluit van de burgemeester, maar hij heeft daarmee dus niet een verbodsnorm uit de APV Haarlemmermeer 2017 overtreden. Nu het bewezenverklaarde ook niet op grond van een andere strafbepaling een strafbaar feit oplevert, zal het hof de verdachte van alle rechtsvervolging ontslaan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 12 maart 2018 onder CJIB nummer 2132 5420 0319 5319.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. N.A. Schimmel en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. B. van Vliet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 november 2020.
=========================================================================
[…]