ECLI:NL:GHAMS:2020:3196
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak na incident tijdens voetbalwedstrijd met zwaar lichamelijk letsel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de aangever tijdens een voetbalwedstrijd op 9 februari 2019. De tenlastelegging omvatte het geven van een kopstoot en/of een elleboogstoot aan de aangever, wat resulteerde in een gebroken kaak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 11 november 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis van de politierechter eiste, en de verdediging die pleitte voor integrale vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de getuigenverklaringen tegenstrijdig waren en dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk letsel had toegebracht. Het hof overwoog dat gedragingen in een sportcontext niet automatisch leiden tot strafbaarheid en dat de spelregels van belang zijn voor de beoordeling van wederrechtelijkheid. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, en de kosten werden gecompenseerd.