ECLI:NL:GHAMS:2020:3191

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
23-000775-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep inzake witwassen

Op 24 november 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 21 februari 2019. In deze zaak, geregistreerd onder parketnummer 23-000775-19, was de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit van witwassen. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld, waarbij de advocaat-generaal het standpunt innam dat de verdachte vrijgesproken diende te worden, omdat niet kon worden bewezen dat de waterscooter, gekocht door de verdachte en zijn familie, was betaald met geld dat uit misdrijf afkomstig was. Tijdens de zitting op 10 november 2020 heeft de raadsman van de verdachte eveneens vrijspraak bepleit. Het hof heeft het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de eerdere beslissing van de rechtbank niet diende te worden herzien. Het hof bevestigde daarom het vonnis waarvan beroep, waarbij de vrijspraak werd gehandhaafd. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. D. Radder en mr. M.L.M. van der Voet in de zitting, en griffier mr. S. Bonset. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 november 2020.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000775-19
datum uitspraak: 24 november 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 21 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-093740-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden bewezen dat de door de verdachte en zijn familie gekochte waterscooter is betaald met geld dat uit misdrijf afkomstig was.
Door de raadsman is eveneens vrijspraak bepleit.
Het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof niet tot andere overwegingen en beslissingen gebracht dan de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. D. Radder en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 november 2020.
mr. H.M.J. Quaedvlieg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.