beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.268.377/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 23 oktober 2020
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. LANDGOED DEN ALERDINCK II
gevestigd te Laag Zuthem,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J.J.D. de Leur, kantoorhoudende te Zwolle,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. LANDGOED DEN ALERDINCK II
gevestigd te Laag Zuthem,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J.J.D. de Leur, kantoorhoudende te Zwolle,
de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR AANDELEN B.V. LANDGOED DEN ALERDINCK II
gevestigd te Laag Zuthem,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. P.M. Gunning, kantoorhoudende te Arnhem,
[A],
wonende te Laag [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.H. Tan,kantoorhoudende te Utrecht.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg worden partijen aangeduid als Den Alerdinck II, STAK en [A] .
1.2 Den Alerdinck II heeft bij verzoekschrift van 30 oktober 2019 de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Den Alerdinck II over de periode vanaf 16 april 2018 en voorts bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding (a) een bestuurder D van STAK met een beslissende stem te benoemen, althans de aandelen in het kapitaal van Den Alerdinck II over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder en (b) te bepalen dat de algemene vergadering van Den Alerdinck II geen besluit kan nemen tot benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders en commissarissen van Den Alerdinck II, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer nodig acht.
1.3 Op verzoek van Den Alerdinck II van 17 december 2019 en met instemming van STAK is de mondelinge behandeling van het verzoek aanvankelijk aangehouden in verband met overleg tussen partijen over een minnelijke regeling.
1.4 Den Alerdinck II heeft bij aanvullend verzoekschrift van 20 augustus 2020 haar verzoeken gehandhaafd.
1.5 STAK heeft bij verweerschrift van 4 september 2020, tevens houdende een zelfstandig verzoek:
zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer op het verzoek van Den Alerdinck II tot het bevelen van een onderzoek en de benoeming van een tijdelijk bestuurder D van STAK en verzocht het verzoek van Den Alerdinck II voor het overige af te wijzen;
verzocht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Den Alerdinck II over de periode vanaf 1 december 2017, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding 1) een bestuurder van Den Alerdinck II met een doorslaggevende stem te benoemen en 2) [A] te schorsen als bestuurder van STAK, met veroordeling van Den Alerdinck II in de kosten van het geding.
1.6 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 september 2020. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartijen overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartijen gezonden nadere producties. De producties 20 en 29 van STAK zijn door de Ondernemingskamer niet toegelaten omdat deze in wezen een tweede schriftelijke ronde behelzen en toelating daarvan in strijd zou zijn met een goede procesorde. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 Inleiding en feiten
2.1Deze zaak gaat over een familielandgoed dat gebukt gaat onder een familieruzie.
2.2Den Alerdinck II is opgericht op 23 maart 1987 en legt zich toe op de exploitatie en instandhouding van het landgoed ‘Den Alerdinck II’. [B] (hierna: [B] ) is sinds 16 april 2018 bestuurder van Den Alerdinck II.
2.3De aandelen in Landgoed Den Alerdinck II werden tot zijn overlijden op 1 april 1988 gehouden door [C] . Hierna zijn de aandelen in Den Alerdinck II door zijn weduwe geleidelijk overgedragen aan hun drie kinderen: [D] (hierna: [D] ), [A] en [E] (hierna: [E] . [D] en [A] wonen op het landgoed. [E] woont in Canada.
2.4Op 9 december 1999 zijn de aandelen in Den Alerdinck II gecertificeerd. STAK is sindsdien enig aandeelhouder van Den Alerdinck II en heeft certificaten van aandelen uitgegeven aan [D] , [A] en [E] , ieder een derde deel.
2.5Artikel 4.1 van de statuten van STAK (laatstelijk gewijzigd op 16 april 2018) voorziet in een viertal bestuursleden: één bestuurslid A, dat wordt benoemd door (afstammelingen van) [E] , één bestuurslid B, dat wordt benoemd door (afstammelingen van) [D] , één bestuurslid C, dat wordt benoemd door (afstammelingen van) [A] en één bestuurslid D, dat wordt benoemd door de bestuursleden A, B en C gezamenlijk. Het bestuurslid D is geen lid van de familie en is de voorzitter van het bestuur van STAK.
2.6Thans vormen [D] , [A] en [E] het bestuur van STAK. [E] heeft een doorlopende volmacht gegeven aan [D] , op basis waarvan [D] haar vertegenwoordigt in het bestuur van STAK. Van 27 mei 2005 tot 1 juni 2017 was [F] bestuurder D van STAK. Sinds zijn defungeren is de functie van bestuurder D vacant.
2.7In de loop der tijd zijn diverse geschillen ontstaan tussen [D] , [A] en [E] . Teneinde tot een oplossing te komen hebben zij afgesproken zich te richten naar een door de toenmalige advocaten van [D] en [A] uit te brengen advies. Op 13 en 14 december 2017 hebben die advocaten adviezen uitgebracht over (i) de governance van Den Alerdinck II en (ii) de financiële geschillen die [D] , [A] en [E] verdeeld hielden.
2.8Overeenkomstig het advies over de governance zijn [D] , [A] en [E] op 16 april 2018 teruggetreden als bestuurders van De Alerdinck II en is [B] als bestuurder benoemd. Voorts is toen bij statutenwijziging een raad van commissarissen ingesteld, waarvan [D] en [A] lid zijn geworden en waarvan Evert-Kees [I] (hierna: [I] ) voorzitter is. Op grond van artikel 9.5 lid 2 van de statuten zijn de daar genoemde bestuursbesluiten onderworpen aan goedkeuring door de raad van commissarissen en indien geen raad van commissarissen in functie is, aan goedkeuring van STAK. Geen gevolg is gegeven aan het advies alsnog een bestuurder D van STAK te benoemen. Artikel 9.4 lid 3 van de statuten houdt in dat de algemene vergadering (dat wil dus zeggen het bestuur van STAK) bij een daartoe strekkend besluit kan bepalen dat het bestuur zich moet gedragen naar de aanwijzingen van de algemene vergadering en dat het bestuur verplicht is die aanwijzingen op te volgen tenzij deze in strijd zijn met het belang van de vennootschap en haar onderneming.
2.9Eén van de geschillen die [D] , [A] en [E] verdeeld houden en waarover de adviseurs advies uitbrachten betreft de kosten van het (achterstallig) onderhoud aan een werkschuur. Deze werkschuur bevindt zich op het terrein van de Joan’s Hoeve, waar [D] woont. De werkschuur wordt gebruikt door [D] en door Den Alerdinck II, die daarin machines en gereedschap voor het landgoedbeheer opslaat. In het verleden werd de werkschuur ook gebruikt door [A] om zijn paarden te stallen.
2.1Toen [D] de Joan’s Hoeve betrok zijn [D] , [A] en [E] overeengekomen dat de kosten van de werkschuur gemeenschappelijk zijn en ten laste komen van Den Alerdinck II. Het advies hield in dat de kosten van het onderhoud, inclusief het achterstallig onderhoud, moeten worden betaald conform deze afspraken. Dat geldt echter niet voor de kosten van de door [D] gewenste verbouwing, behoudens voor zover [A] met die verbouwing instemt. Tussen partijen bestaat verschil van inzicht over de te verrichten werkzaamheden aan de schuur en de verdeling van de kosten daarvan.
2.11Op 28 augustus 2019 heeft [D] mede namens [E] 1) het bestuur van STAK verzocht een bestuursvergadering bijeen te roepen, 2) een vergadering van het bestuur van STAK bijeen geroepen op een nader te bepalen datum en 3) een algemene vergadering van Den Alerdinck II bijeengeroepen te houden aansluitend aan de bestuursvergadering.
2.12Bij e-mail van 31 augustus 2019 en e-mail van 8 september 2019 heeft [A] bericht op onder meer 11 september 2019 wegens verblijf in het buitenland verhinderd te zijn. Bij e-mail van 1 september 2019 heeft [D] vervolgens mede namens [E] het bestuur van STAK, de certificaathouders, de raad van commissarissen en het bestuur opgeroepen voor een vergadering van het bestuur van STAK en voor een aansluitende algemene vergadering van Den Alerdinck II, te houden op 11 september 2019.
2.13Gezien de doorlopende volmacht van [E] aan [D] en het bepaalde in artikel 5.9 van de statuten van STAK (waarin is bepaald dat een bestuurslid zich ter vergadering door een medebestuurslid kan laten vertegenwoordigen, waarbij een bestuurslid voor één medebestuurslid als gevolmachtigde kan optreden) heeft [A] niemand kunnen machtigen hem te vertegenwoordigen in de vergadering van het bestuur van STAK van 11 september 2019. Wel heeft [A] de heer [H] gemachtigd namens hem in de algemene vergadering van Den Alerdinck II als vergadergerechtigde te verschijnen en daarin het woord te voeren. [A] heeft deze derde persoon tevens gemachtigd tijdens de algemene vergadering namens [A] zijn raadgevende stem als commissaris uit hoofde van artikel 2:227 lid 7 BW uit te oefenen.
2.14In de vergadering van het bestuur van STAK van 11 september 2019 is onder meer besloten de functie van bestuurslid D voorlopig niet in te vullen. Bij brief van 11 oktober 2019 heeft [B] vervolgens het bestuur van STAK dringend verzocht op korte termijn over te gaan tot de benoeming van een bestuurslid D. Bij e-mail van 16 oktober 2019 heeft [D] , mede namens [E] gereageerd op dit verzoek, en zich bereid verklaard de benoeming van een bestuurslid D te aanvaarden, “
mits deze voorgesteld wordt door een nieuw (door de Ondernemingskamer) te benoemen bestuurder van de BV én een nieuw (door de Ondernemingskamer) te benoemen voorzitter RvC.” Pogingen om in onderling overleg tot benoeming van een bestuurder D te komen, zijn uiteindelijk mislukt omdat [A] zich niet met de door de aangezochte kandidaat gestelde voorwaarden kon verenigen.
2.15In de algemene vergadering van Den Alerdinck II van 11 september 2019 is onder meer besloten een “Besluit Aanwijzingen AV” op te (laten) stellen in samenspraak met een jurist, waarmee de algemene vergadering het bestuur van Den Alerdinck II (beleids)aanwijzingen kan geven. Tevens is ter vergadering geconstateerd dat er ten aanzien van een aantal onderwerpen binnen het bestuur sprake is van een tegenstrijdig belang, als gevolg waarvan de algemene vergadering zich als enige bevoegd acht tot beoordeling en besluitvorming.
2.16Bij verzoekschrift van 24 augustus 2020 heeft Den Alerdinck II de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel verzocht op de voet van artikel 2:15 lid 3 sub b BW een persoon aan te wijzen tegen wie de vordering van Den Alerdinck II tot vernietiging van de hiervoor onder 2.15 genoemde besluiten van de algemene vergadering van Den Alerdinck II van 11 september 2019 kan worden ingesteld.
2.17Bij beschikking van 1 september 2020 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel STAK aangewezen als degene tegen wie Den Alerdinck II een vordering kan instellen tot vernietiging van de op 11 september 2019 genomen besluiten van de algemene vergadering van Den Alerdinck II.