ECLI:NL:GHAMS:2020:3109
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep door bewindvoering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellante, die onder bewind stond, was in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. Het hof heeft vastgesteld dat de bewindvoerster van de appellante geen toestemming heeft gegeven voor het instellen van het hoger beroep. Dit was een cruciale voorwaarde, aangezien de appellante na de onderbewindstelling niet meer zelfstandig bevoegd was om hoger beroep in te stellen. De bewindvoerster had meermalen aangegeven geen toestemming te willen geven, wat door de geïntimeerde, Stichting Ymere, werd onderbouwd met correspondentie. De appellante heeft geprobeerd aan te tonen dat er achteraf wel toestemming was verleend, maar het hof oordeelde dat dit niet uit de overgelegde correspondentie bleek. Hierdoor werd de appellante niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Tevens werd de appellante veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die door de geïntimeerde zijn begroot op een totaalbedrag van € 2.148,= voor salaris en bijkomende kosten. Het hof wees het meer of anders gevorderde af.