Uitspraak
mr. D.J.F.F.M. Duynstee,
mr. T. Drenthen
mr. C. Spierings, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
mr. W.H.A.M. van den Muijsenberghen
mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
[B],
mr. P.D. Olden, kantoorhoudende te Amsterdam,
3 mr. Erik HAMMERSTEIN,
mr. D.J.F.F.M. Duynstee,
mr. T. Drenthen
mr. C. Spierings, allen kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster met Delco;
- verweerster sub 1 met SVO;
- verweerder sub 2 met [A] ;
- verweerders gezamenlijk met [A] c.s.;
- belanghebbende sub 1 met HPL Metals;
- belanghebbende sub 2 met [B] ;
- belanghebbenden sub 1 en 2 gezamenlijk met [B] c.s.;
- belanghebbende sub 3 met Hammerstein.
witness statementafgeeft in de door de rechter te Hong Kong vereiste vorm, waarin hij naar beste weten verklaart over de hierna nader te omschrijven “2010 Agreement” en de “Scheme”, op straffe van verbeurte van dwangsommen van € 10.000 per dag, met een maximum van € 1.000.000; en
witness statementte bevestigen en nader als getuige zal worden gehoord, daaraan gehoor geeft en zal verschijnen tijdens de te Hong Kong plaats te hebben zitting in bedoelde procedure; en
solicitorin Engeland en Wales als in Hong Kong. Aan de zijde van [A] c.s. zijn mrs. Van de Muijsenbergh en Verkerk voornoemd verschenen en aan de zijde van [B] c.s. mr. Olden. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht (behoudens wat mr. Olden betreft) aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en (wat mr. Duynstee betreft) onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ter terechtzitting heeft Delco haar verzoek gewijzigd zoals hierna onder 3.3 is verwoord.
2.De feiten
witness statementsbepaald, te weten op 24 januari 2020. Delco wenst dan (onder meer) een
witness statementvan [A] in te dienen die voldoet aan de specifieke vereisten die daaraan in de procedures in Hong Kong worden gesteld.
witness statementaf te geven.
3.De gronden van de beslissing
witness statementvan [A] , omdat hij de enige is die de stellingen van Delco ten aanzien van de “2010 Agreement” kan staven. [A] heeft geen rechtens te respecteren belang om die
witness statementte weigeren; hij hoeft immers slechts te bevestigen wat hij eerder heeft verklaard. Dat [A] in andere procedures al onder ede heeft verklaard doet er niet aan af dat de
witness statementin een bepaalde vorm moet zijn opgemaakt om in de procedures in Hong Kong als zodanig toelaatbaar te zijn. Het ontbreken van [A]
witness statementkan in een procedure voor een Hong Kong Court bovendien leiden tot een
adverse inference, te weten dat de rechter daaraan bewijs van het tegendeel ontleent. [A] weigerachtige houding is in strijd met hetgeen het vennootschappelijke belang van Delco vordert, saboteert Delco’s proceskansen in Hong Kong met potentieel grote nadelige gevolgen voor Delco (het belang van de zaak betreft enkele tientallen miljoenen euro), en frustreert bovendien de onmiddellijke voorziening die de Ondernemingskamer met de benoeming van Hammerstein heeft getroffen. Laatstgenoemde wordt door de opstelling van [A] in de uitoefening van zijn taak gehinderd, zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat, aldus steeds Delco. Delco meent dat de Ondernemingskamer bevoegd is om haar verzoeken toe te wijzen, omdat de gevraagde onmiddellijke voorziening geboden is in verband met de toestand van de rechtspersoon (de vorderingen zijn het enige actief dat Delco nog heeft) en ertoe dient wanbeleid van een van de bestuurders van Delco te voorkomen althans te verhelpen.
cross-examinationte worden blootgesteld, de volgende stukken in de procedure in Hong Kong in het geding te laten brengen:
witness statement, omdat de gevolgen daarvan voor hem in de procedures in Hong Kong niet goed zijn te overzien. Hij meent dat aan het afleggen van een
witness statementde verplichting kan worden gekoppeld om tijdens een zitting in Hong Kong aan een
cross examinationte worden onderworpen. Een getuige die aan die verplichting geen gehoor geeft maakt zich schuldig aan
contempt of courtmet mogelijk verstrekkende gevolgen, waaronder zelfs gevangenisstraf.
cross-examinationvoor de rechter in Hong Kong, maar niet voor de aan
cross-examinationvoorafgaande en in de procedure in Hong Kong onontbeerlijke
witness statement; daardoor houdt zij ondanks de toezeggingen van [A] onverminderd belang bij haar verzoek.
witness statementaf te leggen ten behoeve van een procedure voor de rechter in Hong Kong in de daarvoor vereiste vorm.
witness statementaf te leggen, laat staan die verplichting af te dwingen. Het Haags Bewijsverdrag 1970 voorziet in het horen van getuigen in andere staten door middel van een rogatoire commissie, maar dat verdrag voorziet niet in andere dwangmiddelen dan die zijn voorzien in de staat waar de rogatoire commissie wordt uitgevoerd; in het onderhavige geval zou dat Nederland zijn. Onder Nederlands burgerlijk procesrecht kan [A] als partijgetuige ingevolge artikel 173 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering echter niet door gijzeling en evenmin door het opleggen van dwangsommen worden gedwongen een verklaring af te leggen (ECLI:NL:HR:2012:BV3403).
witness statementvoort, ook niet ingevolge artikel 2:8 BW.
witness statement – voorshands betwijfeld kan worden of [A] voldoende belang heeft om te weigeren een eenvoudige ontkenning van het bestaan van de “2010 Agreement” vast te leggen in de daarvoor naar het recht van Hong Kong vereiste vorm. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt evenwel dat het verzoek van Delco een rechtsvraag oproept die zich niet door een belangenafweging laat beantwoorden.