Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 5te bespreken. Deze grief is gericht tegen overweging 5.8 van het bestreden vonnis. De kantonrechter overweegt, samengevat, dat aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat [geïntimeerde] ook na 1 februari 2019 aanspraak kan maken op de uitbreiding van haar arbeidsovereenkomst tot 34 uur per week. De grief slaagt. De kantonrechter motiveert haar oordeel met een beroep op artikel 4.1 lid 8 van de cao, dat luidt:
grief 6, gericht tegen overweging 5.9 van het bestreden vonnis, is gegrond. In deze overweging heeft de kantonrechter geoordeeld dat, indien de uitbreidingen per 1 november 2017 en 1 februari 2018 moeten worden aangemerkt als arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, HappyKids [geïntimeerde] ten onrechte niet uiterlijk een maand voor afloop van de laatste overeenkomst de in art. 7:668 lid 1 BW bedoelde aanzegging heeft gedaan. Echter, tussen partijen staat vast dat de tussen hen geldende arbeidsovereenkomst er een voor onbepaalde tijd was. Voormelde wetsbepaling is dus niet van toepassing.
grieven 9 tot en met 15, voor zover deze zelfstandige betekenis hebben, slagen dus.