ECLI:NL:GHAMS:2020:2873
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- A.N. van de Beek
- A.M. van Amsterdam
- H.A. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de voorzitter van de beklagkamer afgewezen wegens misbruik van recht
In deze wrakingszaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. P.C. Kortenhorst, voorzitter van de beklagkamer. Het wrakingsverzoek was ingediend door verzoeker op 5 november 2019, na de behandeling van zijn klaagschrift in de procedure krachtens artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker stelde dat de voorzitter niet objectief was en dat hij geen kritische vragen had gesteld aan de advocaat-generaal. De raadsheer heeft in zijn schriftelijke reactie aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft de procedure uitgelegd. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 12 oktober 2020, maar verzoeker was niet verschenen. De wrakingskamer heeft de afwijzing van het verzoek tot wraking gemotiveerd door te stellen dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de raadsheer. Het verzoek werd als misbruik van recht aangemerkt, waardoor het niet in behandeling werd genomen. De wrakingskamer heeft vervolgens de behandeling van de hoofdzaak voortgezet.