ECLI:NL:GHAMS:2020:2800
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoeker, geboren in Afghanistan, die een schadevergoeding vroeg voor kosten van rechtsbijstand in verband met een strafzaak. Het verzoekschrift was op 4 juni 2020 ingediend en de advocaat-generaal heeft op 30 juni 2020 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer op 22 september 2020 was verzoeker niet aanwezig. Het verzoek betrof een vergoeding van € 3.182,60 voor kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en € 550,00 voor de verzoekschriftprocedure.
Het hof oordeelde dat de strafzaak, die eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, niet voldoende gronden van billijkheid bood voor de toekenning van de volledige schadevergoeding. De advocaat-generaal adviseerde om 80% van de kosten toe te wijzen, maar het hof concludeerde dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de verdenking die tegen hem was gerezen. Verzoeker had op Schiphol een bommelding gedaan, wat leidde tot zijn aanhouding. Hoewel niet bewezen was dat hij opzettelijk de autoriteiten had willen misleiden, was zijn uitlating wel degelijk alarmerend geweest.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om verzoeker een vergoeding van € 550,00 toe te kennen voor de kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure, maar het overige verzoek werd afgewezen. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de griffier en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.