ECLI:NL:GHAMS:2020:276
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.D. van Heffen
- P. Greve
- A.M. Kengen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens gebrek aan bewijs van wetenschap van aanwezigheid van verdovende middelen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid hennep en hasjiesj op 14 april 2014 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing kwam. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen en een taakstraf van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. Echter, het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de auto. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de bewijsvoering niet voldeed aan de vereiste mate van zekerheid voor een bewezenverklaring. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de griffier aanwezig was. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 4 februari 2020.