Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven I en II in incidenteel appellenen zich voor gezamenlijke behandeling.
grief III in incidenteel appelbestrijden [geïntimeerden] de overweging van de rechtbank dat zij niet het voorbehoud hebben gemaakt dat hun hypotheekbank met de verkoop zou moeten instemmen. [geïntimeerden] voeren aan dat zij in het gesprek op 14 december 2018 aan [X] hebben verteld dat zij (op hun nieuwe woning) twee hypotheken hadden, waaronder een overbruggingshypotheek en dat [X] toen de verwachting heeft uitgesproken dat de bank akkoord zou gaan met de constructie. [geïntimeerden] hebben toen niet doorgevraagd, omdat [X] zeer deskundig overkwam. Tijdens dat overleg heeft [X] bovendien het aanbod van [geïntimeerden] tot verkoop voor een prijs van € 390.000,= verworpen, terwijl het door hem gedane aanbod van € 285.000,= plus 60% van de winst bij doorverkoop voor [geïntimeerden] financieel niet haalbaar was, omdat dan de overbruggingshypotheek niet ineens kon worden afgelost, zoals de bank eiste.
grief II in principaal appelbestrijdt VDN de compensatie van de gedingkosten in eerste aanleg, en terecht. [geïntimeerden] zijn in eerste aanleg de principieel en overwegend in het ongelijk gestelde partij en daarbij past een kostenveroordeling.