Uitspraak
1.[naam maatschap] ,
de gezamenlijke erfgenamen van [geïntimeerde sub 2], zowel in privé als in zijn hoedanigheid van voormalig maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 3], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 4], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 5], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[Z], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 7], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 8], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 9], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 10], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 11], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 12], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 13], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 14], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 15], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 16], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 17], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 18], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 19], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 20], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 21], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 22], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
[geïntimeerde sub 23], zowel in privé als in hoedanigheid van maat in de [naam maatschap] ,
1.Verder verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief VIII in incidenteel appel) en [Z] c.s. (in de ongenummerde
inleidende grief in incidenteel appel) hebben over en weer verwezen naar de grieven van de ander en hetgeen de ander heeft gesteld en zij hebben over en weer verzocht die grieven en stellingen als herhaald en ingelast te beschouwen. Dat zal het hof doen. Ook zal het hof, net als de rechtbank in eerste aanleg, de stellingen van [Y] c.s. en [Z] c.s. meenemen in de beoordeling van de vordering op de niet verschenen maatschap.
eerste grief in incidenteel appelbetoogd dat de rechtbank in inhoudelijke overwegingen in het eindvonnis onjuiste, dan wel onvolledige feiten aan haar oordeel ten grondslag heeft gelegd. Voor zover voor de beoordeling van het geschil in hoger beroep van belang, zal het hof de toelichting op deze grieven betrekken bij de behandeling van de overige grieven in incidenteel appel tegen de desbetreffende bestreden overwegingen van de rechtbank.
’goed moeten bedenken wat de consequenties zijn van het afblazen van bouwfase C’en dat elke maat wellicht moet
’rekenen op een bedrag van € 30.000,= dat betaald zal moeten worden’. Zij hebben evenmin bestreden dat [geïntimeerde sub 7] ter comparitie in eerste aanleg hierop nog heeft toegelicht dat er zonder fase C geen surplus zou zijn en dus een tekort op de fasen A en B, te delen door de maten. De maten hebben desondanks besloten om fase C af te blazen. Dat het financiële risico om door te gaan met fase C te groot was, kan zo zijn, maar dat neemt niet weg dat de maten ten tijde van het afblazen van fase C wisten dat dat kon leiden tot aanzienlijke kosten die de maten zouden moeten delen. [X] heeft geen zeggenschap gehad bij het nemen van het besluit door de maten tot het afblazen van fase C.
grief I in principaal hoger beroepkeert [X] zich tegen de afwijzing van het bedrag van € 35.259,67. Zij heeft haar vordering in hoger beroep vermeerderd met de gemaakte kosten in de periode van 1 september 2016 tot 3 augustus 2018.
de grieven 3 en 4 in incidenteel hoger beroep van [Z] c.s. stellen andermaal in essentie aan de orde dat [X] een volwaardige maat is en geen schuldeiser die thans een vordering op de maatschap geldend kan maken. Volgens [Y] c.s. en [Z] c.s. moet [X] als maat evenredig delen in de schulden van de maatschap en voor het innen van een eventuele vordering op de maatschap, net als andere maten, wachten totdat de maatschap wordt ontbonden en vereffening plaatsvindt. Zij bestrijden voorts dat de gevorderde bedragen voor rekening van de maatschap zijn. De incidentele grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling en zullen als eerste worden behandeld.
€ 78,95
grief 5 in incidenteel appel van [Z] c.s.zijn gericht tegen deze overweging van de rechtbank. Zij hebben in hun toelichting daarop gesteld dat [X] , na verkoop van de drie (achtervang) woningen, de gehele verkoopopbrengst, inclusief de vergoeding voor de grondprijzen, voor zichzelf heeft behouden. De maatschap kan zich ter zake van de grondkosten niet verhalen op de nieuwe eigenaren, aldus [Y] c.s. en [Z] c.s.
grief II in principaal hoger beroepheeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat de ten laste van de maatschap vastgestelde buitengerechtelijke kosten (€ 2.878,=) en proceskosten (€ 9.006,09), niet naar evenredigheid van hun aandeel voor gelijke delen (1/22e) aan de afzonderlijke maten zijn toe te schrijven. [X] wijst in dit verband erop dat, omdat de maatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft, de individuele maten jegens haar – [X] – persoonlijk aansprakelijk zijn voor de nakoming van verplichtingen/schulden van de maatschap die voortvloeien uit een overeenkomst die is gesloten met de maatschap. De prestatie is deelbaar en daarom zijn alle maten die op het moment van ontstaan van de schuld van de maatschap maat waren voor gelijke delen aansprakelijk op grond van artikel 7A:1679-1681 BW. Ook op grond van de redelijkheid en billijkheid dienen deze kosten naar evenredigheid over de afzonderlijke maten te worden omgeslagen. In eerste instantie hebben de maten, althans een deel van hen, zich in allerlei bochten gewrongen om maar niet aan hun betalingsverplichtingen te hoeven voldoen. Daardoor heeft [X] vele duizenden euro’s aan advocaat- en deurwaarderskosten moeten voldoen voor aanvullende, helaas noodzakelijke werkzaamheden om zelfs na een gewezen vonnis haar recht te kunnen halen, aldus nog steeds [X] .
grief VII in incidenteel appelstellen [Y] c.s. zich op het standpunt dat hetgeen zij bij de overige grieven hebben gesteld, moet leiden tot restitutie van de bedragen die zij op grond van de vonnissen aan [X] hebben voldaan, waaronder begrepen het bedrag van de proceskostenveroordeling. Ook [Z] c.s. hebben beroep gedaan op restitutie van hetgeen zij ingevolge de vonnissen hebben voldaan. Het hof zal eerst de balans opmaken van de gevolgen van het falen/slagen van de respectieve hiervoor besproken grieven in principaal en incidenteel hoger beroep en zich dan uitlaten over de vraag of aanleiding bestaat voor enige veroordeling van [X] tot restitutie van hetgeen zij op grond van het vonnis heeft ontvangen.