ECLI:NL:GHAMS:2020:2642
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de verdachte als scheepsbeheerder van vissersschip KW72, de Tina Adriana
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, een besloten vennootschap, was aangeklaagd voor het niet vervullen van de vereiste functies aan boord van het vissersschip KW72, de Tina Adriana, op of omstreeks 2 mei 2017. De raadsman van de verdachte stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was in het hoger beroep, omdat de verkeerde rechtspersoon was gedagvaard. Het hof oordeelde echter dat het dagvaarden van de onjuiste rechtspersoon geen grond biedt voor niet-ontvankelijkheid en verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in het hoger beroep.
De tenlastelegging betrof het niet vervullen van de functie van substitute skipper, wat volgens de Wet zeevarenden vereist is. Het hof heeft vastgesteld dat de gedagvaarde vennootschap een financiële holding is en dat de vennootschap die daadwerkelijk de scheepseigenaar is, niet was gedagvaard. Hierdoor was er onvoldoende bewijs dat de verdachte als scheepsbeheerder van het vissersschip moest worden aangemerkt.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan. De beslissing van het hof is genomen door de economische kamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.