ECLI:NL:GHAMS:2020:2633

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
8 oktober 2020
Zaaknummer
23-000633-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hennepkwekerijzaak na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het telen van hennep en het illegaal aftappen van elektriciteit in een pand aan de [adres 2] te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk telen van hennepplanten en het wegnemen van elektriciteit met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Tijdens de zitting in hoger beroep op 17 augustus 2020 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld, terwijl de raadsman pleitte voor vrijspraak wegens onvoldoende bewijs.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte toegang had tot de zolder van het pand waar de hennepkwekerij was aangetroffen, maar er was onvoldoende bewijs dat hij de kwekerij had opgezet of onderhouden. De verdachte had een sleutel van het pand, maar het hof kon niet vaststellen dat hij de enige was met toegang tot de zolder, aangezien het pand door meerdere huurders werd bewoond. De bijkomende omstandigheden, zoals het bezoek aan een growshop en het aantreffen van vermoedelijk hennepafval, waren niet overtuigend genoeg om tot een bewezenverklaring te komen.

Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen, werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het onder 2 tenlastegelegde handelen. De kosten werden door beide partijen gedragen. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000633-19
datum uitspraak: 31 augustus 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-151782-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 augustus 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 1 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] (zolderverdieping)) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 504 hennepplanten en/of ongeveer 1210 hennepstekjes en/of ongeveer 25.5 kilo gedroogde hennep(toppen), althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
1. subsidiair:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 1 februari 2017 te Amsterdam met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (in een pand aan de [adres 2], (zolderverdieping)) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 504 hennepplanten en/of ongeveer 1210 hennepstekjes en/of ongeveer 25.5 kilo gedroogde hennep(toppen), althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 1 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die (onbekend gebleven) persoon/personen voornoemd pand voor de hennepteelt ter beschikking te stellen;
2. primair:
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 1 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2. subsidiair:
een of meer (onbekend gebleven) persoon/personen in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 1 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die (onbekend gebleven) persoon/personen, waarbij die (onbekend gebleven) persoon/personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 1 februari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die (onbekend gebleven) persoon/personen voornoemd pand voor de diefstal van stroom ter beschikking te stellen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissingen komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld voor het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde en tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken wegens onvoldoende overtuigend bewijs.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de inhoud van de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is genoegzaam komen vast te staan dat de verdachte toegang had tot de zolder van het pand aan de [adres 2] te Amsterdam, alwaar een hennepkwekerij is aangetroffen en waar illegaal stroom werd afgetapt. Voornoemd pand was namelijk in beheer bij de verdachte en zijn familie en zodoende is het niet verwonderlijk dat ook een sleutel van dat pand is aangetroffen bij de verdachte. De processtukken houden evenwel onvoldoende in op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de verdachte ook degene is geweest die aldaar die hennepkwekerij heeft opgezet, heeft onderhouden of daarbij anderszins zodanig betrokken is geweest dat hij als (mede)dader dient te worden aangemerkt. Het hof blijft in het ongewisse over wie allemaal toegang hadden tot de zolder waar de hennepkwekerij zich bevond, nu het pand werd bewoond door meerdere huurders en meerdere familieleden toegang hadden tot het pand. Dat de verdachte werd aangetroffen met een sleutel van het pand op zak is niet geheel onbegrijpelijk, nu het pand in zijn beheer was. Ook heeft [naam] verklaard dat hij de werktelefoon van de verdachte, waarnaar door een knipper van de hennepkwekerij meerdere malen was gebeld, weleens gebruikte. Het nummer van [naam] bleek ook in de telefoon van de knipper te staan. De bijkomende omstandigheden zoals een bezoek aan een growshop geruime tijd voor het aantreffen van de hennepkwekerij of niet onderzochte vuilniszakken die bij de verdachte zijn aangetroffen waar vermoedelijk hennepafval in zou zitten, overtuigen het hof onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te komen.
Dit brengt mee dat naar het oordeel van het hof de verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair is tenlastegelegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 22.611,26. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 2 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.R.O Mooy, mr. N.A. Schimmel en mr. A.P.M. van Rijn, in tegenwoordigheid van
mr. R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
31 augustus 2020.
mr. A.R.O. Mooy is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
mr. A.P.M. van Rijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]