ECLI:NL:GHAMS:2020:2605
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurprijsbepaling na deskundigenonderzoek in hoger beroep
In deze zaak, die een vervolg is op een eerder tussenarrest van 28 augustus 2018, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een hoger beroep over de huurprijs van een gehuurde onroerende zaak aan de Leidsegracht 111 te Amsterdam. De zaak betreft een geschil tussen de appellant, vertegenwoordigd door mr. J.A. Tuinman, en de geïntimeerde, AMSTERDAM–INN B.V., vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. Het hof heeft vastgesteld dat er twijfels bestonden over het rapport van de eerder benoemde deskundige, de Bedrijfshuuradviescommissie (BHAC), en heeft daarom een nieuw deskundigenonderzoek gelast. De partijen hebben gezamenlijk een nieuwe deskundige aangesteld, die op 26 september 2019 een rapport heeft uitgebracht waarin een huurprijs van € 180.000,- per jaar werd geadviseerd, exclusief btw. Beide partijen hebben verklaard zich te kunnen vinden in dit advies.
Het hof heeft de huurprijs per 13 september 2012 vastgesteld op € 180.000,- exclusief btw, en de eerdere vonnissen van de kantonrechter vernietigd. Tevens is bepaald dat de kosten van het geding in eerste aanleg door iedere partij zelf gedragen worden, terwijl de kosten van het principaal hoger beroep voor rekening van Centre Hotel komen. Het hof heeft ook de terugbetaling van teveel betaalde huurpenningen aan Centre Hotel door de appellant gelast, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.