ECLI:NL:GHAMS:2020:2581

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
6 oktober 2020
Zaaknummer
23-003079-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gezien het ontbreken van grieven en bezwaren, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de griffier, mr. N.M. Simons, aanwezig was. Het arrest is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 11 september 2020.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003079-19
datum uitspraak: 11 september 2020
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 augustus 2019 in de strafzaak onder de parketnummers 13-177598-19 en 16-063676-17 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 september 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. J.L. Bruinsma en mr. J.J.J. Schols, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 september 2020.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.