Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 08 september 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
[medeverdachte] op of omstreeks 8 september 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en / of aan verdachte, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 08 september 2017 te Amsterdam en / of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en / of inlichtingen heeft verschaft door met die [medeverdachte] naar voornoemde [slachtoffer 1] toe te lopen en/of naast die [slachtoffer 1] te gaan zitten en/of op de uitkijk te staan en/of die [slachtoffer 1] in de gaten te houden, terwijl voornoemde [medeverdachte] voornoemde telefoon wegnam;
hij op of omstreeks 09 september 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een rugzak (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
hij op of omstreeks 11 september 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een rugzak en/of een laptop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Bewijsoverwegingen t.a.v. feit 1 subsidiair en feit 2
het hof begrijpt telkens: van de Verenigde Arabische Emiraten) rijbewijs, een United Arabisch identiteitskaart, een [hotel] hotelpas, een Master creditpas, een Internationaal United Arabisch rijbewijs en € 100,00. Toen [benadeelde] het café wilde verlaten en zijn tas (met inhoud) wilde pakken, zag hij dat deze verdwenen was.
het hof begrijpt steeds: de verdachte) (precies 1 minuut later) weer terug de [winkel] in. Nadat NN2 weer op zijn “oude” plaats was gaan zitten, draaide NN1 (
het hof begrijpt steeds: de medeverdachte [medeverdachte]) binnen 6 seconden zich om en reikte naar de jas van het slachtoffer. Hiermee leek het er sterk op dat NN1 pas met zijn zakkenrollerhandelingen begon nadat NN2 weer was aangesloten. Tijdens deze handelingen keek NN2 om zich heen en keek ook een keer in de richting van het fietspad schuin achter hem, die door het raam van de [winkel] zichtbaar was (waarachter het slachtoffer stond te roken). De verbalisant [verbalisant 1] kreeg daarmee sterk het vermoeden dat NN2 de rol als uitkijk op zich nam, om voor NN1 een veilige “werkplek” te creëren. Dit baseerde [verbalisant 1] op zijn kijkgedrag en merkwaardige uitstapjes naar buiten toe, die hij ondernam toen het slachtoffer naar buiten ging en weer terugkwam nadat zij slechts 1 minuut de [winkel] had verlaten. Nadat NN2 ging zitten, draaide NN1 zich om en boog zich naar de stoel/jas van het slachtoffer. NN1 herhaalde deze handeling waarna de telefoon van [slachtoffer 1] is weggenomen. Uit het voorgaande volgt de medeplichtigheid van de verdachte bij de diefstal van deze telefoon.
Bewezenverklaring
[medeverdachte] op 8 september 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon toebehorende aan [slachtoffer 1] tot het plegen van welk misdrijf verdachte op
hij op 9 september 2017 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak (met inhoud) toebehorende aan
[slachtoffer 2].
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) weken.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: