ECLI:NL:GHAMS:2020:2563

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
200.264.785/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging onderzoeksbudget in het kader van een enquête naar het beleid van Stichting Residentie Buitenzorg

Op 30 september 2020 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Residentie Buitenzorg (SRB). Deze beschikking volgde op een verzoekschrift van de onderzoeker, mr. P.V. Eijsvoogel, die vroeg om een verhoging van het onderzoeksbudget van € 75.000 naar € 110.000 exclusief btw en kantoorkosten. Dit verzoek was ingegeven door vertragingen in het onderzoek, veroorzaakt door het aanleveren van relevante documentatie en de complexiteit van enkele onderzoeksgebieden. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van SRB over de periode vanaf 15 mei 2017, en had een begroting van de kosten van het onderzoek vastgesteld.

De Ondernemingskamer heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over de begroting van de onderzoeker. De advocaat van SRB, mr. Luinstra, heeft aangegeven geen inhoudelijke bezwaren te hebben tegen de verhoging van het budget. De overige partijen hebben niet gereageerd. De Ondernemingskamer heeft de begroting van de onderzoeker beoordeeld en deze niet onredelijk bevonden, gezien de omstandigheden die tot de vertraging hebben geleid.

In de beschikking heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 110.000, exclusief btw en 5% kantoorkosten. De kosten van het onderzoek komen ten laste van Stichting Residentie Buitenzorg, die ook verplicht is om zekerheid te stellen voor de betaling van dit bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op 30 september 2020.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.264.785/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 september 2020
inzake
1. de stichting
STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
gevestigd te Tynaarloo,
advocaten: (voorheen: mr. P. Lettinga), thans
mrs. R.G. Luinstraen
J. Hoitinga, beiden kantoorhoudende te Groningen,
2.
CLIËNTENRAAD STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
advocaat: voorheen: mr. P. Lettinga, thans geen,
VERZOEKSTERS,
t e g e n
de stichting
STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
gevestigd te Tynaarloo,
VERWEERSTER,
advocaten: (voorheen: mr. P. Lettinga,
mrs. R.G. Luinstraen
J. Hoitinga, beiden kantoorhoudende te Groningen ),
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. R.G. Luinstraen
J. Hoitinga, beiden kantoorhoudende te Groningen,

3.[C] ,

wonende te [....] ,
advocaat: (voorheen: mr. P. Lettinga), thans geen,
4.
[D],
wonende te [....] ,
advocaat:
mr. M. Ubbens, kantoorhoudende te Groningen,
5.
[E],
wonende te [....] ,
advocaat:
mr. P. Lettinga, kantoorhoudende te Groningen,
BELANGHEBBENDEN.

1.Het verloop van het geding

1.1
Verzoekster sub 1 tevens verweerster wordt hierna aangeduid als SRB.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 26 september 2019, 3 en 7 oktober 2019 en 26 november 2019.
1.3
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van SRB over de periode vanaf 15 mei 2017, mr. P.V. Eijsvoogel (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek mag kosten aangehouden, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – M.C. Keesmaat benoemd tot voorzitter van de raad van toezicht van SRB.
1.4
In de beschikking van 26 september 2019 heeft de Ondernemingskamer de onderzoeker verzocht om een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken (r.o. 3.15 van die beschikking).
1.5
Nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten heeft de Ondernemingskamer bij beschikking van 26 november 2019 het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 75.000 exclusief btw en 5% kantoorkosten.
1.6
Bij verzoekschrift van 27 augustus 2020 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen en nader vast te stellen op € 110.000 exclusief btw en 5% kantoorkosten.
1.7
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft (de advocaten van) partijen bij e-mail van 28 augustus 2020 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek tot verhoging.
1.8
Bij e-mail van 10 september 2020 heeft mr. Luinstra namens de raad van toezicht van SRB en SRB de Ondernemingskamer bericht dat zij geen inhoudelijke bezwaren hebben. Van de overige partijen is geen reactie ontvangen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft in zijn verzoek toegelicht dat de voortgang van het onderzoek onder andere is vertraagd doordat het aanleveren van relevante documentatie langer duurde en doordat enkele onderzoeksgebieden complexer bleken dan in eerste instantie werd gedacht. Voorts heeft hij de nog uit te voeren onderzoekswerkzaamheden omschreven en het daaraan te besteden aantal uren begroot. De onderzoeker schat in dat het onderzoek in totaal 540 uur in beslag zal nemen. De onderzoeker is bereid het aantal in rekening te brengen uren te maximaliseren en 140 uren niet in rekening te brengen zodat het totaal zal uitkomen op 400 uur en derhalve € 110.000 exclusief btw en kantoorkosten zal kosten.
2.2
Er zijn geen bezwaren aangevoerd tegen de begroting van de onderzoeker. De begroting van de nog te besteden tijd komt de Ondernemingskamer ruim voor, maar de Ondernemingskamer acht deze niet onredelijk gelet op de in hiervoor in 2.1 weergegeven mindering.
2.3
Gelet op het voorgaande zal de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 110.000 exclusief btw en 5% kantoorkosten.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 110.000, de verschuldigde omzetbelasting en 5% kantoorkosten daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Stichting Residentie Buitenzorg en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en mr. drs. G. Boon RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2020.