ECLI:NL:GHAMS:2020:247
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een notaris en kandidaat-notaris inzake ministerieplicht en rechtmatigheid executieveiling
In deze zaak gaat het om een klacht van klager tegen een notaris en een kandidaat-notaris, die betrekking heeft op de rechtmatigheid van een executieveiling. Klager heeft op 18 april 2019 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Den Haag, die op 20 maart 2019 de klacht tegen de notarissen ongegrond verklaarde. Klager heeft in hoger beroep aanvullende stukken ingediend en de zaak is behandeld op 5 december 2019. De feiten van de zaak zijn complex en betreffen onder andere een hypotheekofferte en de daaropvolgende executie van de woning van klager. Klager stelt dat de notarissen onvoldoende onderzoek hebben gedaan naar de rechtmatigheid van de executieveiling en dat zij in hun ministerie tekort zijn geschoten. Het hof heeft vastgesteld dat de notarissen voldoende onderzoek hebben gedaan naar de naamswijziging van de hypotheekhouder en dat zij klager adequaat hebben geïnformeerd over de mogelijkheden om een executiegeschil aanhangig te maken. Het hof oordeelt dat de klacht ongegrond is en bevestigt de beslissing van de kamer.