De grieven 4, 5, 6, 7 en 8 van [appellant] houden in dat PC22 is tekortgeschoten in de nakoming van verbintenissen uit de bemiddelingsovereenkomst, zodat [appellant] de overeenkomst kan ontbinden en PC22 de schade moet vergoeden die [appellant] heeft geleden doordat hij een hogere opbrengst voor zijn woning is misgelopen. Deze grieven, die zich lenen voor een gezamenlijke behandeling, falen.
Er is een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen [appellant] en [A] , voor een koopsom van € 1.690.000 v.o.n. [appellant] heeft niet gesteld dat [A] een hogere prijs voor de woning had willen betalen, en de vaststaande feiten en omstandigheden wijzen daar ook niet op. In de onderhandelingen tussen [appellant] en [A] heeft [A] niet verder willen gaan dan € 1.710.000 k.k., er is uiteindelijk een koopovereenkomst voor dat bedrag tot stand gekomen onder voorbehoud van de uitkomsten van een inspectie van de woning, en [A] heeft van dat voorbehoud gebruikgemaakt toen uit de inspectie bleek dat er forse kosten ten behoeve van de woning moesten worden gemaakt. Die kosten zijn verdisconteerd in de lagere koopsom die [appellant] en [A] uiteindelijk zijn overeengekomen. Het valt niet in te zien dat PC22 hier een tekortkoming is te verwijten. Het staat vast dat PC22 op 22 juli 2016 aan [appellant] heeft aangeboden om op zoek te gaan naar een andere kandidaat-koper – die niet in beeld was – maar [appellant] heeft zelf ingezet op [A] als koper en PC22 is daaraan steun blijven bieden. De prints van het e-mailverkeer dat in dat kader tussen [appellant] , [A] en PC22 heeft plaatsgevonden, bieden geen steun aan de bewering van [appellant] dat PC22 hierbij steken heeft laten vallen. Ook anderszins blijkt daarvan niets.
Van concrete belangstelling van een of meer andere partijen die een relevant hogere koopsom voor de woning aan [adres] hadden willen betalen, is evenmin gebleken. Ook is niet gebleken dat dit kennelijke gebrek aan belangstelling voor de woning is te wijten aan PC22. De stelling van [appellant] dat PC22 de woning uitsluitend door middel van de website Funda in de markt heeft gezet, is al bij memorie van antwoord (onder 6) weerlegd en bij pleidooi toegelicht; door plaatsing van de woning op de website Funda verschijnt de woning automatisch op de gekoppelde websites PC22.nl en mva-makelaars.nl, en PC22 heeft de woning tevens geplaatst op de website Right Move UK.nl. [appellant] heeft hier niets tegenover gesteld. Evenmin heeft [appellant] door middel van een (of meer) rapportage(s) van (een) deskundige(n) aangetoond dat de verkoopwaarde van zijn woning hoger lag dan de door PC22 onderschreven vraagprijs respectievelijk dat [appellant] (waarschijnlijk) een betere prijs voor zijn woning had kunnen maken. De door [appellant] overgelegde verklaring van [D] en [E] met betrekking tot de marktwaarde van de afgekochte erfpacht kan niet als zo’n rapportage worden aangemerkt.
Evenmin kan worden aanvaard dat PC22 [appellant] ten onrechte niet of onvoldoende heeft geïnformeerd over de betekenis van het begrip “vrij op naam”, nu het [appellant] zelf is geweest die heeft voorgesteld om de vraagprijs te verlagen tot € 1.695.000 v.o.n., en deze nadere prijsstelling aansloot bij de uitkomsten van de inspectie die in opdracht van [A] was verricht, zodat niet valt in te zien waarom PC22 had moeten begrijpen dat [appellant] niet wist dat hij bij een koopsom vrij op naam als verkoper ook de overdrachtsbelasting voor zijn rekening neemt.
Gelet op het voorgaande moet aan de stelling van [appellant] dat PC22 is tekortgeschoten in de nakoming van een of meer verbintenissen uit de bemiddelingsovereenkomst, als onvoldoende gemotiveerd, voorbij worden gegaan. Bij gebreke van een tekortkoming heeft [appellant] geen recht op schadevergoeding, noch kan hij de overeenkomst met PC22 ontbinden. Dat betekent ook dat PC22 recht heeft op betaling van de overeengekomen courtage.