Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 april 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door voornoemde persoon meermalen (althans eenmaal) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de borstkas en/of in de buik en/of in de rug en/of in de arm(en) en/of in de/het be(e)n(en) en/of in de hand(en) te steken en/of te snijden;
hij op of omstreeks 10 april 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [benadeelde 1] meermalen (althans eenmaal) met een mes, althans een scherp voorwerp, in het been heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 10 april 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, [benadeelde 1] heeft mishandeld door die [benadeelde 1] meermalen (althans eenmaal) met een mes, althans een scherp, voorwerp in het been te steken en/of te snijden;
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging met betrekking tot het onder 2 primair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
hij op 10 april 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door voornoemde persoon meermalen met een mes in de borstkas en in de buik en in de rug te steken;
hij op 10 april 2017 te IJmuiden, gemeente Velsen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [benadeelde 1] met een mes in het been heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
Feiten en omstandigheden
Lezing van [benadeelde 1] (en [naam 1] )
face to face. Hij zag dat de verdachte meerdere vuist- of steekbewegingen maakte richting de zij van [slachtoffer] , terwijl hij [slachtoffer] met zijn linkerhand vasthield in de nek. [slachtoffer] vroeg om hulp, maar de verdachte bleef doorgaan met de steekbewegingen. [benadeelde 1] heeft geprobeerd in te grijpen door de verdachte van achter een trap te geven, maar de verdachte draaide zich om en haalde uit naar [benadeelde 1] . [benadeelde 1] voelde pijn in/rondom zijn knie en zag dat zijn broek was gescheurd. Hij is door de verdachte in zijn been gestoken en heeft letsel opgelopen bestaande uit een lichte snee in zijn rechter scheenbeen en een diep gat in zijn rechterbovenbeen. De verdachte ging vervolgens door met het steken van [slachtoffer] , terwijl [slachtoffer] nog steeds om hulp riep. Op dat moment zag [benadeelde 1] het mes bij de verdachte. De verdachte heeft [slachtoffer] minimaal 10 keer gestoken, waarna hij [slachtoffer] heeft losgelaten en is weggerend, aldus [benadeelde 1] .
Ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweren en het alternatieve scenario
Het standpunt van het openbaar ministerie
Oordeel van het hof
outwas gegaan, strookt niet met de lezingen van [naam 1] zelf en [benadeelde 1] , die hetzelfde verklaren over het door [slachtoffer] toegepaste geweld, namelijk dat het bleef bij het uitdelen van een klap en een trap. Bovendien strookt de verklaring van de verdachte niet met het letsel van [naam 1] . Als [slachtoffer] op [naam 1] was blijven inslaan had er naar het oordeel van het hof sprake moeten zijn van aanzienlijk meer letsel bij [naam 1] . De lezing van de verdachte is in dit opzicht dan ook op geen enkele wijze aannemelijk geworden en wordt als ongeloofwaardig terzijde gesteld. Het hof is van oordeel dat er weliswaar sprake was van een wederrechtelijke aanranding jegens [naam 1] door [slachtoffer] , [slachtoffer] heeft immers geweld gebruikt jegens [naam 1] , maar deze aanranding was na de trap en de vuistslag van [slachtoffer] en het
outgaan van [naam 1] geëindigd, zodat op het moment dat de verdachte, naar zijn zeggen, besloot in te grijpen er geen sprake meer was van een
ogenblikkelijkeaanranding van [naam 1] .
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
€ 13.877,78 (dertienduizend achthonderdzevenenzeventig euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 1.877,78 (duizend achthonderdzevenenzeventig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 12.000,00 (twaalfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€600,00 (zeshonderd euro).
€ 1.980,00 (duizend negenhonderdtachtig euro) bestaande uit € 480,00 (vierhonderdtachtig euro) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gevangenisstrafvoor de duur van
59 (negenenvijftig) dagen.