4.1Bij de bestreden beschikking van 15 januari 2020 heeft de rechtbank - voor zover hier van belang - de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de man met ingang van de datum van de beschikking € 187,- per maand aan kinderalimentatie dient te betalen. De vrouw had de rechtbank verzocht een kinderalimentatie vast te stellen van € 368,- per maand. De man had verzocht om een kinderalimentatie van € 124,- per maand te bepalen. De behandeling van de verzoeken betreffende de hoofdverblijfplaats, de zorgregeling en de vervangende toestemming voor verhuizing naar Japan zijn aangehouden en de zaak is daartoe verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank.
Bij de bestreden beschikking van 26 februari 2020 is vervolgens, nadat partijen hieromtrent over en weer verzoeken hadden gedaan, bepaald:
- dat [de minderjarige] haar hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vrouw;
- dat de zorgregeling als volgt zal zijn:
[de minderjarige] is bij de man van maandag 9.00 uur tot woensdag 12.00 uur en bij de vrouw
van woensdag 12.00 uur tot vrijdag 19.00 uur;
[de minderjarige] is het ene weekend van vrijdag 19.00 uur tot maandag 9.00 uur bij de vrouw
en het andere weekend bij de man;
- dat [de minderjarige] op de navolgende dagen tijdens de vakanties bij de man dan wel bij de vrouw zal zijn:
voorjaarsvakantie: even jaren man 1e helft en vrouw 2e helft en oneven jaren vrouw 1e
helft en man 2e helft;
- meivakantie: 1e week man en 2e week vrouw;
- zomervakantie: even jaren eerste drie weken man en tweede drie weken vrouw en
oneven jaren andersom;
herfstvakantie: even jaren vrouw 1e helft en man 2e helft en oneven jaren man 1e helft
en vrouw 2e helft;
kerstvakantie: even jaren 1e week inclusief kerstdagen man en 2e week inclusief oud en
nieuw vrouw en in de oneven jaren andersom;
- dat [de minderjarige] op de navolgende dagen bij de man dan wel bij de vrouw zal zijn:
verjaardag man en Vaderdag bij de man en verjaardag vrouw en Moederdag bij de
vrouw;
- verjaardag [de minderjarige] even jaren man, oneven jaren vrouw;
- drie speciale dagen in het leven van de man of de vrouw en/of hun familie.
De verzoeken van de vrouw tot - kort samengevat - vervangende toestemming voor verhuizing naar Japan per 1 juli 2020 en vervangende toestemming om [de minderjarige] vanaf 1 juli 2020 in Japan naar school te laten gaan, de inhoud van het ouderschapsplan als integraal onderdeel van de te wijzen beschikking op te nemen en (subsidiair) de beslissingen aangaande de hoofdverblijfplaats en de zorg- en vakantieregeling aan te houden teneinde partijen de gelegenheid te bieden in cross border mediation te gaan, zijn afgewezen.