ECLI:NL:GHAMS:2020:2396

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 september 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
200.277.307/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot overdracht van aandelen in Koninklijke VolkerWessels B.V. aan Reggeborgh Holding B.V. in het kader van een uitkoopprocedure

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 1 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Reggeborgh Holding B.V. en Koninklijke VolkerWessels B.V. De zaak betreft een uitkoopprocedure waarbij Reggeborgh vorderde dat de gedaagden hun aandelen in Koninklijke VolkerWessels B.V. aan haar zouden overdragen. De Ondernemingskamer heeft in een eerder tussenarrest van 30 juni 2020 Reggeborgh de gelegenheid gegeven om nader bewijs te leveren over de verwerving van aandelen. Reggeborgh heeft vervolgens aanvullende documenten ingediend, waaronder verklaringen van een notaris en een settlement agent, waaruit bleek dat de verwerving van aandelen op een transparante manier had plaatsgevonden en dat de prijs per aandeel billijk was vastgesteld.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat Reggeborgh ten minste 90% van de aandelen in Koninklijke VolkerWessels B.V. had verworven, wat noodzakelijk is voor de uitkoopprocedure. De biedprijs van € 21,92 per aandeel werd als billijk beschouwd, en de Ondernemingskamer heeft de vordering van Reggeborgh toegewezen. De gedaagden werden veroordeeld om hun aandelen over te dragen aan Reggeborgh, met een prijs die per 18 maart 2020 werd vastgesteld. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.277.307/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 1 september 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REGGEBORGH HOLDING B.V.,
gevestigd te Rijssen,
EISERES,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONINKLIJKE VOLKERWESSELS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaat:
mr. D.A.M.H.W. Strik, kantoorhoudende te Amsterdam,
2.
DE GEZAMENLIJKE ANDERE, NIET BIJ NAAM BEKENDE HOUDERS VAN AANDELEN IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN KONINKLIJKE VOLKERWESSELS B.V.(voorheen: KONINKLIJKE VOLKERWESSELS N.V.),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
niet verschenen,
GEDAAGDEN.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal eiseres opnieuw worden aangeduid met Reggeborgh en gedaagde sub 1 met VolkerWessels. De Ondernemingskamer hanteert in dit arrest dezelfde definities als in het tussenarrest van 30 juni 2020 (hierna: het tussenarrest).
1.2
Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar het tussenarrest. In het tussenarrest (rov. 3.17) heeft de Ondernemingskamer Reggeborgh in de gelegenheid gesteld bij akte nader bewijs in het geding te brengen waaruit kan volgen dat de onderhandse transacties waarmee zij 5.886.684 Aandelen (hierna: de Onderhands Verworven Aandelen) heeft verworven op één lijn dienen te worden gesteld met verwervingen onder het bod.
1.3
Reggeborgh heeft zich op 14 juli 2020 bij akte met bijlagen, waaronder een aanvullende notariële verklaring, uitgelaten. Vervolgens is wederom arrest gevraagd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ter onderbouwing van haar stelling dat vorenbedoelde onderhandse transacties op één lijn dienen te worden gesteld met verwervingen onder het bod heeft Reggeborgh in aanvulling op hetgeen zij in de dagvaarding heeft gesteld toegelicht dat zij de Onderhands Verworven Aandelen via openbare handelsplatformen heeft verworven. Ter staving daarvan heeft zij een aanvullende verklaring van Kempen, de
settlement agent, van 10 juli 2020 in het geding gebracht waarin Kempen verklaart dat de bijlage bij de verklaring een getrouw overzicht bevat van alle door Kempen als intermediair voor Reggeborgh verrichte transacties ter zake van de Onderhands Verworven Aandelen van 23 december 2019 tot en met 12 maart 20120, waarbij onder meer per individuele onderhandse transactie de datum, het handelsplatform, omvang en de prijs staat weergegeven. Voorts verklaart Kempen daarin dat er met de respectievelijke verkopers van de Onderhands Verworven Aandelen geen flankerende afspraken zijn gemaakt of andere voorwaarden zijn overeengekomen dan de in het overzicht genoemde prijs per aandeel. Daarnaast heeft Reggeborgh een aanvullende verklaring van mr. J.J.C.A. Leemrijse, notaris te Amsterdam, van 10 juli 2020 overgelegd. De notaris heeft in haar verklaring op basis van de door haar onderzochte documenten, en in aanvulling op haar verklaring van 30 maart 2020, onder meer verklaard dat Reggeborgh de Onderhands Verworven Aandelen heeft verworven voor een prijs per aandeel die niet lager was dan €21,90 en niet hoger was dan € 21,92.
2.2
Gelet op het voorgaande is het de Ondernemingskamer genoegzaam gebleken dat de verwerving van de Onderhands Verworven Aandelen op één lijn is te stellen met verkrijgingen door acceptatie van het bod. De acceptatiegraad van het bod is derhalve 91,94% (14.771.739 + 5.886.684 - 528.411)/21.894.126 x 100%) zodat Reggeborgh ten minste 90% van de aandelen heeft verworven waarop het bod betrekking had zoals bedoeld in artikel 2:359c lid 6 BW.
2.3
De biedprijs van het bod, te weten € 21,92 per aandeel wordt dan ook vermoed een billijke prijs te zijn. Er zijn geen redenen om van deze veronderstelling af te wijken.
2.4
Gelet op voornoemde notariële verklaring van 30 maart 2020 en de daarin genoemde stukken, staat genoegzaam vast dat Reggeborgh in ieder geval vanaf 18 maart 2020, zijnde de dag van betaalbaarstelling, ten minste 95% van de aandelen in het kapitaal van VolkerWessels hield. De Ondernemingskamer zal derhalve de prijs vaststellen per 18 maart 2020, zoals primair is gevorderd.
Slotsom
2.5
Gelet op het hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband bezien met hetgeen in het tussenarrest is overwogen, zal de Ondernemingskamer de vordering toewijzen als in het dictum hierna vermeld. Nu VolkerWessels zich aan het oordeel van de Ondernemingskamer heeft gerefereerd en de overige gedaagden geen verweer hebben gevoerd, ziet de Ondernemingskamer geen grond voor een kostenveroordeling.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
veroordeelt gedaagden het onbezwaarde recht op de door ieder van hen gehouden gewone aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke VolkerWessels B.V. aan Reggeborgh Holding B.V. over te dragen;
stelt de prijs van de over te dragen aandelen vast per 18 maart 2020, en wel op € 21,92 per aandeel;
bepaalt dat die prijs, voor zolang en voor zover deze niet is betaald, wordt verhoogd met de wettelijke rente van 18 maart 2020 tot de dag van overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig artikel 2:359c BW;
bepaalt dat uitkeringen, in laatst bedoelde tijdvak op de gewone aandelen betaalbaar gesteld, strekken tot gedeeltelijke betaling van de prijs op de dag van betaalbaarstelling;
veroordeelt Reggeborgh Holding B.V. de vastgestelde prijs, met rente zoals vermeld, te betalen aan degenen aan wie de gewone aandelen toebehoren of zullen toebehoren tegen levering van het onbezwaarde recht op de gewone aandelen;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, drs. M.A. Scheltema en drs. J.S.T. Tiemstra RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 september 2020.