Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
rief 1keert zich tegen rechtsoverweging 6 in het bestreden vonnis. Volgens Ymere heeft zij, anders dan de kantonrechter heeft overwogen, dringend eigen gebruik van het gehuurde aannemelijk gemaakt. Dit heeft zij als volgt toegelicht.
- Ymere richt zich als woningbouwcorporatie primair op het verhuren van sociale huurwoningen Met het oog op de uitvoering van haar wettelijke taak is zij voornemens het gehuurde te transformeren naar woonruimte. Daartoe is het noodzakelijk dat de huurovereenkomst wordt beëindigd.
- Het gemeentelijk beleid van de gemeente Amsterdam (Stadsdeel Noord) brengt mee dat de gemeente streeft naar concentratie van bedrijvigheid. Ymere draagt bij aan de uitvoering van het concentratiebeleid van de gemeente, dan wel voert dit beleid uit en wenst de huurovereenkomst te beëindigen in het kader van stadsvernieuwing. Onderdeel van het concentratiebeleid is dat het winkelgebied Van der Pekstraat/Mosveld/Hagedoorneweg wordt versterkt. Deze losse winkelgebieden functioneren niet naar behoren. Door deze gebieden meer op elkaar te laten aansluiten, ontstaat een sterker gebied. De [naam straat] , waaraan het gehuurde ligt, valt buiten het beoogde winkelgebied. Daarnaast is het zo dat het aantal woningen in de wijk niet mag afnemen. Dat betekent dat waar woonruimte wordt getransformeerd naar bedrijfsruimte, elders in de wijk nieuwe woonruimte moet worden gerealiseerd. Blijkens de hierboven onder 2.8 aangehaalde brief van de gemeente van 17 oktober 2017 past de omzetting van het gehuurde naar een woonfunctie prima in het bestemmingsplan.
- In verband met het bovenstaande heeft Ymere heeft zich beroepen op de door haar overgelegde producties 11 en 12 bij de comparitie in eerste aanleg. Productie 11 bevat een plattegrond van het gehuurde waarop zichtbaar is gemaakt op welke wijze de bedrijfsruimte kan worden getransformeerd naar woonruimte en productie 12 bevat een door Ymere getekende kaart van het gebied waarin het gehuurde is gelegen en waarop de uitruil van woningen en bedrijfsruimten staat aangegeven. Uit deze laatste productie valt volgens Ymere op “
- Anders dan het café van [geïntimeerden] , ligt Café [naam] , dat bouwkundig aan het café van [geïntimeerden] grenst, maar waarvan de ingang zich niet aan de [naam straat] bevindt, juist wél in het concentratiegebied. Bovendien heeft dit café een andere uitstraling en zijn de ondernemingen onderling niet te vergelijken.
- De bedrijfsactiviteiten die in het gehuurde worden verricht dragen niet bij aan verbetering van leefbaarheid. De bestemming is weliswaar café, maar in feite gaat het om een koffiehuis waarbij het enige belang dat [geïntimeerde sub 1] heeft is gelegen in het exploiteren van gokmachines. De transformatie naar woonruimte zal bijdragen aan een verbetering van de wijk.