ECLI:NL:GHAMS:2020:2291

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
200.182.438/01 OK en 200.190.772/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het onderzoeksbudget in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 7 juli 2020, wordt de verhoging van het onderzoeksbudget voor twee zaken behandeld. De eerste zaak betreft Prien Holding B.V., waar de Ondernemingskamer eerder een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken heeft bevolen. De kosten van dit onderzoek waren oorspronkelijk vastgesteld op € 40.000, maar de onderzoeker heeft verzocht om een verhoging naar € 50.000 vanwege de complexiteit van het onderzoek en de tijd die het heeft gekost. Dit verzoek werd ondersteund door de betrokken partijen, waaronder Mijn Hoek B.V., die zich bereid verklaarde de verhoging te financieren.

De tweede zaak betreft Gravier E. Beheer B.V., waarvoor eveneens een verhoging van het onderzoeksbudget werd aangevraagd. De Ondernemingskamer heeft in beide zaken de verhoging van het budget goedgekeurd, gezien de motivering van de onderzoeker en het gebrek aan bezwaar van de partijen. De beschikking bepaalt dat Mijn Hoek B.V. verantwoordelijk is voor de financiering van de kosten die ten laste komen van zowel Prien Holding als Gravier.

De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters van de Ondernemingskamer, waarbij de voorzitter en de raadsheren de beslissing hebben genomen op basis van de ingediende verzoeken en de omstandigheden van de zaken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.182.438/01 OK en 200.190.772/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 7 juli 2020
in de zaak met zaaknummer: 200.182.438/01 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat: voorheen mr. M.H.C. Sinninghe Damsté, thans
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIEN HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat: voorheen mr. M.H.C. Sinninghe Damsté, thans
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIJN HOEK B.V.(voorheen genaamd
PLIEN B.V.),
gevestigd te Amsterdam,
2.
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: voorheen mr. M.H.J. Langerak en mr. M. Manders, thans
mr. M.J. Meermans-De Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,

3 [B] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. M.J. Elkhuizen, mr. R.V.H. Jonker en mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, thans
mr. P.A. Josephus Jitta, kantoorhoudende te Den Haag,
en in de zaak met zaaknummer 200.190.772/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAVIER E. BEHEER B.V.,
gevestigd te Koggenland,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAVIER E. BEHEER B.V.,
gevestigd te Koggenland,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. M.H.J. Langerak en mr. M. Manders, thans
mr. M.J. Meermans-De Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. M.J. Elkhuizen, mr. R.V.H. Jonker en mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, thans
mr. P.A. Josephus Jitta, kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van het geding in beide zaken

1.1
Partijen en andere betrokkenen zullen hierna als volgt worden aangeduid:
Prien Holding B.V. als Prien Holding;
Mijn Hoek B.V. als Mijn Hoek;
[B] als [B] ;
[A] als [A] ;
Gravier E. Beheer B.V. als Gravier.
1.2
Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.182.438/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 24 december 2015, 11 februari 2016, 15 februari 2016, 18 oktober 2018 en 25 juli 2019. Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.190.772/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 9 juni 2016, 18 oktober 2018 en 25 juli 2019.
1.3
Bij beschikking van 11 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Prien Holding vanaf 1 januari 2015, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Prien Holding benoemd en bepaald dat de aandelen in Prien Holding – met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders – ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon. Verder heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 40.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.4
Bij beschikking van 15 februari 2016 zijn mr. M. Wolters (verder: Wolters) als bestuurder en dr. mr. C.B. Schutte (verder: Schutte) als beheerder van aandelen zoals bedoeld in de beschikking van 11 februari 2016 aangewezen.
1.5
Bij beschikking van 9 juni 2016 heeft de Ondernemingskamer – voor zover van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Gravier over de periode vanaf 1 januari 2014, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding Wolters tot bestuurder van Gravier benoemd en bepaald dat de aandelen in Gravier – met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders – ten titel van beheer zijn overgedragen aan Schutte. Verder heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 40.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
Bij beschikking van 18 oktober 2018 heeft de Ondernemingskamer – voor zover van belang – in beide zaken bepaald dat het onderzoek, zoals bedoeld in de beschikkingen van 11 februari 2016 en 9 juni 2016, zich vooralsnog beperkt tot de in rechtsoverweging 2.3 van de beschikking van 18 oktober 2018 genoemde onderwerpen en als onderzoeker aangewezen mr. M.W.E. Evers te Amsterdam (verder: de onderzoeker), en voorts bepaald dat Mijn Hoek zal zorgdragen voor de financiering van de kosten van het onderzoek die ten laste komen van Prien Holding en Gravier als bedoeld in de beschikkingen van 11 februari 2016 en 9 juni 2016, en dat Mijn Hoek ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden daartoe voldoende zekerheid stelt.
1.7
Op 3 juni 2020 is aan Prien Holding surseance van betaling verleend met benoeming van W.J.P. Jongepier (hierna: de bewindvoerder) als bewindvoerder.
1.8
Bij brief van 10 juni 2020 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Prien Holding mag kosten te verhogen tot € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daaronder niet begrepen, en het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Gravier mag kosten te verhogen tot € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daaronder niet begrepen. De brief vermeldt onder meer:
“De tot op heden verrichte werkzaamheden hebben zeer veel tijd in beslag genomen. Ik heb interviews gehouden en enkele andere besprekingen gevoerd. Ook heb ik uitvoerig onderzoek gedaan op basis van jaarrekeningen, de onderliggende grootboekrekeningen en bankafschriften, en andere onderliggende documentatie voorzover aanwezig. Voorts heb ik aan partijen diverse informatieverzoeken gedaan, en is mij op basis daarvan eveneens een grote hoeveelheid stukken verstrekt. Ook het inventariseren, ordenen en beoordelen daarvan heeft veel tijd in beslag genomen De laatste documentatie heb ik op 7 juni 2020 ontvangen.
Complicerende factoren bij het onderhavige onderzoek – met aanzienlijke tijdsbesteding tot gevolg – zijn o.a. dat de investeringen in Argentinië via Belview GmbH en de gang van zaken rondom 132M LLC buitenlandse aangelegenheden zijn, geldstromen niet steeds zijn gedocumenteerd, documentatie niet compleet is (zoals o.a. ter zake de verkoop van de Argentijnse appartementen) en partijen tegen over elkaar staande opvattingen hebben over gestelde rechtsverhoudingen. Voorts is sprake van documenten die veelal in de Spaanse taal zijn gesteld, waarvan ik heb gevraagd zoveel mogelijk vertalingen aan te leveren.
Een en ander heeft ertoe geleid dat ik met de door de Ondernemingskamer vooralsnog vastgestelde onderzoeksbudgetten ver ben gekomen, maar dat deze niet toereikend zullen zijn om het onderzoek geheel af te ronden.
De brief vermeldt verder onder meer nog dat de nog resterende werkzaamheden verband houden met het afronden van het administratieve onderzoek, het opstellen van het concept rapport en het finaliseren van het onderzoeksverslag.
1.9
Bij e-mail van 11 juni 2020 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen, Wolters, Schutte en de bewindvoerder van Prien Holding in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek bedoeld onder 1.8.
1.1
Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 18 juni 2020 heeft mr. Josephus Jitta namens [B] bericht dat [B] geen bezwaar heeft tegen de gevraagde verhoging van de kosten van het onderzoek in beide zaken mits Mijn Hoek ( [A] ) bereid is deze verhoging van de kosten namens Prien Holding en Gravier te voldoen, nu Prien Holding en Gravier daar zelf niet toe in staat zijn. De door de onderzoeker gevraagde verhoging komt [B] redelijk voor.
1.11
Bij brief aan de Ondernemingskamer van 19 juni 2020 heeft mr. Meermans namens Mijn Hoek en [A] onder andere bericht dat [A] en Mijn Hoek instemmen met de gevraagde verhoging van de kosten van het onderzoek in beide zaken en dat Mijn Hoek bereid is dit bedrag integraal aan de onderzoeker te betalen onder de voorwaarde dat het vooruit betalen van dit bedrag als zodanig zal worden geregistreerd in de boekhouding van Prien Holding.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft door middel van een toelichting van de door hem reeds verrichte werkzaamheden alsmede een toelichting van de naar zijn verwachting nog te verrichten werkzaamheden zijn verzoek onderbouwd.
2.2
Mijn Hoek heeft zich bereid verklaard de door de onderzoeker gevraagde verhoging van het voorschotbedrag dat het onderzoek naar de gang van zaken van Prien Holding en Gravier ten hoogste mag kosten voor te financieren.
2.3
Nu de onderzoeker zijn verzoek gemotiveerd heeft onderbouwd, geen van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen de verzochte verhoging en het verzochte bedrag de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal het verzoek van de onderzoeker worden ingewilligd. De Ondernemingskamer zal het verzoek tot kostenverhoging toewijzen zoals hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
in de zaak met zaaknummer 200.182.438/01 OK:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 1 februari 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Prien Holding B.V. ten hoogste mag kosten tot € 50.000 (de verschuldigde omzetbelasting daaronder niet begrepen);
in de zaak met zaaknummer 200.190.772/01 OK:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 9 juni 2016 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Gravier E. Beheer B.V ten hoogste mag kosten tot € 50.000 (de verschuldigde omzetbelasting daaronder niet begrepen);
in beide zaken:
bepaalt dat Mijn Hoek B.V. zorg zal dragen voor de financiering van de kosten van het onderzoek die ten laste komen van Prien Holding B.V. en Gravier E. Beheer B.V. en dat Mijn Hoek B.V. ten genoegen van de onderzoeker (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van (de verhoging van) dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. J.S.T. Tiemstra, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2020.