ECLI:NL:GHAMS:2020:2279

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2020
Publicatiedatum
17 augustus 2020
Zaaknummer
23-003993-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van belediging van de Nederlandse politie in het kader van vrijheid van meningsuiting

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, die op 23 maart 2019 tijdens een antiracismedemonstratie in Amsterdam een bord met de teksten 'Racism is institutional', 'nazi cops' en 'fuck off' toonde, werd beschuldigd van belediging van de Nederlandse politie. De politierechter had eerder een veroordeling uitgesproken, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Het hof heeft de zaak behandeld op 29 juli 2020 en heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen. De raadsman stelde dat de uitlatingen niet als beledigend konden worden beschouwd en dat een veroordeling een ontoelaatbare inbreuk op de vrijheid van meningsuiting zou zijn, zoals vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Het hof oordeelde dat de uitlatingen van de verdachte binnen de grenzen van het recht op vrijheid van meningsuiting vielen. De context van de demonstratie en de aard van de uitlatingen gaven aan dat deze niet gericht waren op het aanzetten tot haat of geweld, maar deel uitmaakten van een publiek debat over racisme. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.

Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, wat leidde tot zijn vrijspraak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003993-19
datum uitspraak: 12 augustus 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-086945-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië) op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 juli 2020.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij, op of omstreeks 23 maart 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk het openbaar gezag of een openbaar lichaam of een openbare instelling, te weten de Nederlandse politie(organisatie), althans de Politie Eenheid Amsterdam, in het openbaar bij afbeelding heeft beledigd door op de openbare weg een bord te tonen althans bij zich te houden met daarop de tekst ‘Racism is institutional’ en/of ‘nazi cops’ en/of ‘fuck off’.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het hof overweegt daarnaast dat de verdachte een gendertransitie heeft doorgemaakt. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte gezegd aangesproken te willen worden als man. In het navolgende wordt de verdachte daarom aangeduid met ‘hij’.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de uitlating past binnen de grenzen van het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals is neergelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Vrijspraak

De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken, omdat de tekst die de verdachte meedroeg niet als beledigend kan worden beoordeeld. Het subsidiaire standpunt van de raadsman is dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat een strafrechtelijke veroordeling in dit geval een ontoelaatbare inbreuk zou vormen op de vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in artikel 10 EVRM, alsook het recht op vreedzame vergadering zoals bedoeld in artikel 11 EVRM.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte liep op straat in een antiracismedemonstratie op 23 maart 2019 in Amsterdam met een vierkant bord, gemaakt van een pizzadoos, waarop stond ‘racism is institutional’ en daaronder in kleinere letters ter linkerzijde van het logo van de nationale politie ‘nazi cops’ en ter rechterzijde daarvan ‘fuck off.’ Op basis van deze feiten en omstandigheden stelt het hof vast dat de uitlating is gedaan in het openbaar, niet gericht tegen een individueel persoon, en in het kader van het publiek debat, waarin de verdachte zijn stem liet horen tegen racisme. De tekst op het bord past binnen de strekking van de demonstratie, waarbij de verdachte heeft verklaard dat het formaat van het bord zich niet leende voor een meer genuanceerde weergave van zijn standpunten. Hoewel de inhoud van de uitlating als weinig kies en zelfs schokkend kan worden ervaren, blijkt uit de context niet dat de uitlating tot doel had aan te zetten tot haat, geweld, discriminatie of onverdraagzaamheid. De uitlating van de verdachte is daarmee gebleven binnen de grenzen van hetgeen in het licht van het in artikel 10 EVRM gegarandeerde recht op vrijheid van meningsuiting toelaatbaar moet worden geacht en is dus niet strafbaar beledigend. Dit betekent dat verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema. mr. P.F.E. Geerlings en mr. N.J.M. de Munnik, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 augustus 2020.
De griffier en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]