Uitspraak
mr. B. Rikkert, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. M.E. Coenraads, kantoorhoudende te Amsterdam,
[B],
[C],
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als Tre-Angel;
- verweerster als Corpus International;
- belanghebbende sub 1 als [A] ;
- belanghebbende sub 2 als Kite Capital;
- [D] als [D] ;
- [E] als [E] ;
- Corpus World Wide B.V. als Corpus World Wide;
- Corpus Experience Beheer B.V. als Corpus Experience Beheer;
- Corpus Exploitatie B.V. als Corpus Exploitatie;
- Reco Productions International B.V. als Reco.
2.De feiten
,[Corpus World Wide]
en de vennootschap. De licentierechten bestaan uit de volledige eenmalige en jaarlijkse inkomsten van royalties en licentierechten uit de exploitatie van het ‘CORPUS-concept’. De rechten op deze inkomsten verwerft de vennootschap op basis van bedoelde overeenkomst tegen de eenmalige betaling van een bedrag van USD 50.000 per CORPUS-attractie.
is bestuurder van de vennootschap. Door de bestuurder of aan haar gelieerde vennootschappen zullen geen kosten voor deze directievoering worden doorbelast aan de vennootschap, met uitzondering van de in artikel 1 bedoelde kosten. De kosten van de vennootschap zullen bestaan uit de kosten van het verwerven van de licentierechten en de door de vennootschap noodzakelijkerwijs te maken kosten, zoals accountants-, bank, administratiekosten en belastingen.
het wijzigen van de activiteiten van de vennootschap, zoals weergegeven in artikel 1 van deze overeenkomst;
alle aanpassingen in en aanvullingen op de eerder bedoelde overeenkomst van 10 juni 2013;
het aangaan van overeenkomsten met gelieerde vennootschappen dan wel met derden.”
), maar niet conform bijgevoegde aandeelhoudersovereenkomst (bijlage Aandeelhoudersovk juni 2013).
cross-charged costsvan € 1.603.856. In de jaren 2016 en 2017 had Corpus International geen omzet en heeft de vennootschap verliezen geleden van € 2.376 respectievelijk € 2.404.
heeft gedurende de jaren vanaf 2008 kosten gemaakt ter verdere ontwikkeling van het Corpus concept en ter verwerving van licentierechten. Deze kosten zien op kosten gericht op met name China en USA, maar ook op andere gebieden. In 2015 is een tussentijdse opstelling gemaakt van deze kosten, uitkomende op een bedrag van € 1,5 miljoen. Dit bedrag zal in 2 jaar ten laste van de vennootschap worden gebracht. Daarenboven zijn gedurende de jaren na 2015 eveneens aanzienlijke kosten gemaakt ter verdere ontwikkeling van het Corpus concept en daarmee de verwerving van licentierechten. Deze kosten, evenals de opbrengsten uit hoofde van het licentiecontract, zijn beoordeeld door Deloitte en als zodanig verwerkt in de jaarrekening 2018 van[Corpus World Wide]
. Teneinde de afspraken met aandeelhouders van de vennootschap op correcte wijze na te komen, worden alle opbrengsten en alle kosten eveneens als cross charged costs verwerkt in de jaarrekening 2018 van de vennootschap. Een nadere detaillering van de kosten is in de bijlage bij dit e-mail bericht opgenomen. (…)”
worden gedaan in verband met haar ondernemingsactiviteit zullen voor een gelijk bedrag door[ [A] ]
worden doorbelast aan[Corpus International]
. Hiertoe zal door[ [A] ]
periodiek, ten minste eenmaal per jaar, een factuur worden gestuurd aan[Corpus International]
. Door[Corpus World Wide]
zal hiertoe periodiek een opstelling worden verstrekt.”
(…)
hoopt dat daarmee en met de beantwoording van de vragen in deze brief de onduidelijkheid en het wantrouwen aan de zijde van uw cliënte de wereld uit is.[Corpus International]
heeft niets te verbergen, maar haar bekruipt het gevoel dat uw cliënte tegen beter in wantrouwen blijft koesteren. De stukken die aan uw cliënte zijn getoond zijn door Deloitte voldoende bevonden om een jaarrekening op te stellen, en Deloitte kon alle posten aansluiten op de onderliggende stukken. (…)[Corpus International]
blijft echter graag bereid tot de dialoog om de kennelijk levende problemen in de relatie op te lossen zonder de kwestie nodeloos te juridiseren.
zien op de doorberekening aan[Corpus International]
van ontwikkelingskosten gemaakt door[Corpus World Wide]
en[Reco].
De bedrijfseconomische rationale achter deze doorberekening is als volgt. De internationale ontwikkeling van het Corpus concept kost veel tijd en geld. De ontwikkelingskosten worden upfront gemaakt, en de baten uit licentie-inkomsten volgen pas later. Dat deze kosten aan[Corpus International]
moeten worden toegerekend leidt geen twijfel. Was dat niet zo, dan zou Reco voor internationale ontwikkelingskosten van ondertussen bijna EUR 2 miljoen gecompenseerd worden met een eenmalige licentiebetaling van EUR 50,000, waarna alle toekomstige inkomstenstromen richting[Corpus International]
zouden vloeien als licentiehouder voor de internationale corpus-projecten. In dat scenario liggen alle risico en kosten bij Reco en[Corpus World Wide]
, en alle toekomstige opbrengsten bij[Corpus International]
, behalve voormelde eenmalige licentiebetaling EUR 50,000 “om fiscale redenen” (…). Dat zou een ondenkbare financiële aberratie zijn en kan dus ook niet worden gedestilleerd uit artikel 2 van de Aandeelhoudersovereenkomst.
in de afgelopen jaren niet over voldoende liquide middelen beschikte om deze ontwikkelingskosten upfront te voldoen zijn zij voorgeschoten door[Corpus World Wide]
en Reco. (…) Daarvoor is ook bijgevoegde overeenkomst opgesteld.
sinds 2018 voor het eerst een positieve kasstroom genereert kunnen de in het verleden gemaakte ontwikkelingskosten aan haar door worden belast, waarbij de keuze is gemaakt de doorbelasting over een periode van twee boekjaren om te slaan. Een overzicht van de doorbelaste kosten hecht ik aan als bijlage 3.”
om samen nog eens af te spreken om de zaken waarvan jij stelt dat die niet kloppen door te nemen”.
verdeeld houden. Deze onderwerpen hebben betrekking op het verzoek van Tre-Angel om nadere informatie verschaft te krijgen en op de vraag of de aan[Corpus International]
doorbelaste kosten door[Corpus International]
gedragen moeten worden. Tre-Angel heeft er niet langer vertrouwen in dat de verschillen van inzichten door partijen overbrugd zullen worden. Bovendien is Tre-Angel van mening dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken.”
3.De gronden van de beslissing
at arm’s length’is aangegaan.
nuisance value’te creëren. Corpus International heeft de grootst mogelijke transparantie betracht en Tre-Angel de mogelijkheid geboden alle relevante documentatie en onderliggende stukken in te zien. Het voorliggende geschil betreft primair een vermogensrechtelijke vraag met betrekking tot de uitleg van artikel 2 van de aandeelhoudersovereenkomst. De lezing van dat artikel die Tre-Angel voorstaat ontbeert elke bedrijfseconomische logica. Indien die lezing gevolgd wordt zouden immers alle kosten worden gedragen door vennootschappen waarin Tre-Angel niet participeert, en alle opbrengsten minus de licentievergoeding ten goede komen aan Corpus International. Bovendien kan deze kwestie niet in een enquêteprocedure worden beantwoord; dat moet gebeuren in een civiele procedure. Het is juist dat Corpus International op grond van artikel 3 van de aandeelhoudersovereenkomst de toestemming van haar aandeelhouders had moeten vragen voor het aangaan van de sublicentie-overeenkomst op basis waarvan Corpus International de exclusieve licentierechten verkrijgt voor de Corpus Experience in China. Dat dit niet is gebeurd verdient niet de schoonheidsprijs, maar Tre-Angel is hierdoor op geen enkele wijze geschaad. Het aangaan van de sublicentie-overeenkomsten en de voorwaarden waaronder deze worden aangegaan waren Tre-Angel bekend en zijn volledig in haar belang. Eveneens had Corpus International op grond van artikel 3 van de aandeelhoudersovereenkomst inderdaad de toestemming van haar aandeelhouders moeten vragen voor het aangaan van samenwerkingsovereenkomst II. Deze overeenkomst, gesloten ten behoeve van Deloitte, betreft slechts een vastlegging van bestaande afspraken, zodat ook dit geen gegronde reden oplevert om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van Corpus International.