Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
14 juli 2020· inzake
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
maximaal(cursief-hof) 5 of 8 jaar is en bovendien dat de looptijd in bepaalde omstandigheden korter dan die periode kan zijn. De vrouw heeft daaromtrent niets gesteld. Gelet op het voorgaande heeft de vrouw, tegenover de door de man overgelegde stukken, zijn stelling onvoldoende gemotiveerd betwist. Uitgangspunt van het hof is dan ook dat de man vanaf 1 juni 2019 geen beroep meer kan doen op de 30%-regeling. Ten aanzien van het inkomen van de man is de rechtbank uitgegaan van een bruto salaris van € 8.932,42 per maand. De stelling van de man dat de rechtbank een onjuiste berekening heeft gemaakt ten aanzien van het vervallen van de 30%-regeling treft doel. De rechtbank is ten onrechte ervan uitgegaan dat na 1 juni 2019 een bedrag van 30% van het bruto salaris dient te worden opgeteld bij het bruto salaris. De 30%-regeling betekent dat 30% van het bruto salaris belastingvrij wordt verstrekt door de werkgever. Na 1 juni 2019 is het bruto salaris derhalve, afgezien van salarisverhogingen etc, hetzelfde gebleven, maar dient over het gehele bruto salaris (in plaats van voorheen het bruto salaris minus 30% daarvan) belasting te worden betaald. Bij de berekening van de draagkracht van de man zal het hof derhalve uitgaan van het salaris van de man dat blijkens de salarisspecificatie van januari 2020 afgerond € 7.065,- bruto per maand exclusief vakantiegeld bedraagt. Het hof zal hiervan uitgaan en ook rekening houden met zijn dertiende maanduitkering.
aanzienlijkeinvesteringen en er moet hetzij een overeenkomst aan ten grondslag liggen tussen partijen in het kader van de echtscheiding hetzij een rechterlijke beslissing. Gesteld noch gebleken is dat aan deze voorwaarden is voldaan. Het hof volgt dan ook het oordeel van de rechtbank dat het appartement in [plaats A] tot het privévermogen van de man behoort. Al hetgeen de vrouw heeft aangevoerd doet hieraan niet af.