ECLI:NL:GHAMS:2020:2108

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
200.247.594/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van vorderingen in het kader van lastgeving tussen een producentenorganisatie en een afnemer van champignons

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de Coöperatie Funghi U.A. (hierna: Funghi) en [X] Champignons B.V. (hierna: [X]). Funghi, een producentenorganisatie, had [X] in eerste aanleg aangeklaagd voor betaling van een bedrag van € 24.313,98, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter had de vordering van Funghi afgewezen, omdat onvoldoende was aangetoond dat Funghi de champignons aan [X] had verkocht en geleverd. Funghi ging in hoger beroep en voerde aan dat zij op basis van een Telersovereenkomst met [Y] Champignoncultuur B.V. (de teler) bevoegd was om de producten van [Y] te verkopen aan [X].

Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat [X] op redelijke gronden had aangenomen dat zij haar verrekeningsverklaring aan [Y] had uitgebracht, ondanks het ontbreken van wederkerigheid. Het hof oordeelde dat de vorderingen van Funghi op [X] en de tegenvordering van [X] op [Y] nauw met elkaar samenhangen. Het hof heeft geoordeeld dat de totale vordering van [X] uit hoofde van voorschotbetalingen en betalingen aan Me-Fi het bedrag dat Funghi nog van [X] te vorderen had overstijgt. Daarom heeft het hof de vorderingen van Funghi afgewezen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Funghi werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.247.594/01
zaak- en rolnummer rechtbank Noord-Holland : 6461112\CV EXPL 17-8198
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 28 juli 2020
inzake
COÖPERATIE FUNGHI U.A.,
gevestigd te Milsbeek, gemeente Gennep,
appellante,
advocaat: mr. F.A.M. van Hooft te Venray,
tegen
[X] CHAMPIGNONS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] , kantoorhoudend te [plaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.H.G. Theunissen te Leusden.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Funghi en [X] genoemd.
Funghi is bij dagvaarding van 12 september 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 20 juni 2018, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen Funghi als eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie en [X] als gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie.
Bij tussenarrest van 13 november 2018 heeft het hof een comparitie van partijen gelast. Deze comparitie heeft plaatsgevonden op 20 februari 2019.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, tevens houdende wijziging van eis, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Funghi heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar vorderingen (zoals in hoger beroep gewijzigd) zal toewijzen, met veroordeling van [X] in de kosten van het geding in beide instanties.
[X] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis en afwijzing van het gevorderde, met
- uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Funghi in de kosten van het geding in hoger beroep.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1-2.4 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.
[X] exploiteert een champignonkwekerij en koopt ook champignons in bij derden om te verkopen.
2.2.
[Y] Champignoncultuur B.V. (hierna: [Y] ) is teler van champignons en lid geweest van Funghi.
2.3
Tussen [Y] (als teler) en Funghi is op 28 oktober 2013 een zogenaamde Telersovereenkomst (hierna: de Telersovereenkomst) gesloten, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“In aanmerking nemende dat:
(…)
 Teler voor eigen rekening en risico Producten teelt;
(…)
 Teler (…) verplicht is alle Produkten die zij teelt via Funghi Af te zetten (…);
(…)
 Teler Funghi opdracht wenst te geven om op eigen naam doch voor haar
rekening en risico de geteelde Produkten af te zetten;
(…)
Artikel 2 Duur van de Telersovereenkomst
(…)
2.5
Beëindiging van de Telersovereenkomst heeft niet tot gevolg dat de overeenkomstig de Last tot stand gekomen Koopovereenkomsten eindigen.
Artikel 3 Lastgeving
3.1
Teler geeft Funghi opdracht om in eigen naam doch voor haar rekening en risico de door haar geteelde Producten Af te zetten. Hiertoe zal Teler Funghi een Last geven.
(…).”
2.4.
Funghi heeft [X] bij factuur 168003068 d.d. 2 augustus 2016 met vervaldatum 16 augustus 2016 een bedrag van € 17.156,78 in rekening gebracht en bij factuur 168003337 d.d. 23 augustus 2016 met vervaldatum 6 september 2016 een bedrag van € 24.902,76. Op beide facturen is vermeld: “Goederen geleverd door: [Y] Champignoncultuur BV”. De facturen hebben betrekking op leveringen in de periode van 26 juli tot en met 18 augustus 2016. Verder heeft Funghi zes creditfacturen aan [X] verzonden betreffende fust en verpakkingsmateriaal. Het totaal van de twee facturen en de zes creditfacturen komt uit op een door [X] te betalen bedrag van € 24.313,98.
2.5.
[X] heeft aan Funghi elf facturen (met factuurnummers 20164893 tot en met 20164903) d.d. 19 augustus 2016 ad in totaal € 13.118,98 incl. btw gezonden met betrekking tot aan [X] geleverde en door [X] afgekeurde champignons, afkomstig van [Y] , waarvoor [X] voorschotten aan [Y] had betaald.
2.6.
[X] heeft aan Funghi voorts de volgende facturen gezonden: (a) een factuur (met factuurnummer 20164905) d.d. 19 augustus 2016 ad € 42.400,- ter zake van in 2015 door [X] aan [Y] betaalde voorschotten en (b) een factuur (met factuurnummer 20164904) d.d. 19 augustus 2016 ad € 7.668,50 incl. btw ter zake van door [X] ten behoeve van [Y] betaalde facturen van het uitzendbureau Me-Fi Uitleen-en-Payroll (hierna: Me-Fi).
2.7.
[Y] is bij vonnis van de rechtbank Limburg van 23 augustus 2016 in staat van faillissement verklaard. Mr. Van Hooft (die tevens de advocaat van Funghi in deze zaak is) is aangesteld als curator.

3.Beoordeling

3.1
Funghi heeft in eerste aanleg gevorderd om [X] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 24.313,98, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 625,- en de wettelijke rente vanaf vonniswijzing en met veroordeling van [X] in de kosten van de procedure.
[X] heeft in voorwaardelijke reconventie gevorderd, indien Funghi in haar vorderingen ontvankelijk wordt verklaard, Funghi te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 63.187,48, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2
De kantonrechter heeft de vordering van Funghi afgewezen. De kantonrechter heeft daartoe samengevat overwogen dat Funghi haar stelling dat zij (en niet [Y] ) de champignons aan [X] heeft verkocht en geleverd onvoldoende heeft toegelicht of onderbouwd. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Funghi met vier grieven op.
3.3
De grieven komen samengevat op tegen het oordeel van de kantonrechter dat onvoldoende is gebleken van het bestaan van een koopovereenkomst tussen Funghi en [X] en tegen de afwijzing van de vordering van Funghi. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.4
Funghi heeft zich op het standpunt gesteld dat, zoals blijkt uit de tussen haar en [Y] tot stand gekomen Telersovereenkomst, [Y] aan haar de last heeft gegeven om in eigen naam de producten van [Y] te verkopen. Het was [Y] krachtens het bepaalde in de Telersovereenkomst niet toegestaan om haar producten zelf, buiten Funghi om, te verkopen. In augustus 2013 zijn afspraken gemaakt tussen Funghi en [X] over de afname van champignons door [X] bij Funghi. Dit blijkt uit de ‘Bijlage Leveringsspecificaties’ d.d. 9 augustus 2013 (productie 17 bij conclusie van dupliek in reconventie) en de ‘Koopovereenkomst nr. 1693’ d.d. 25 november 2013 (productie 18 bij memorie van grieven). Op de met [X] tot stand gekomen koopovereenkomsten zijn de algemene verkoopvoorwaarden van Funghi van toepassing. Aan [X] komt geen beroep toe op verrekening met facturen wegens vermeend afgekeurde champignons omdat [X] niet heeft geklaagd over de kwaliteit van de geleverde champignons op de wijze als omschreven in de algemene verkoopvoorwaarden van Funghi. Aan [X] komt voorts geen beroep toe op verrekening met gestelde vorderingen op [Y] wegens (voorschot)betalingen (al dan niet aan een derde) omdat niet aan het wettelijk vereiste van wederkerigheid is voldaan en ook overigens wordt betwist dat [X] deze bedragen van [Y] te vorderen heeft.
3.5
[X] heeft samengevat aangevoerd dat zij de champignons steeds heeft gekocht van [Y] , die de champignons ook rechtstreeks aan haar leverde. Alleen de administratie en de facturering liepen via Funghi. De met [Y] gemaakte afspraken zijn neergelegd in de Bijlage Leveringsspecificaties. Uit deze bijlage blijkt dat (slechts) sprake is van bemiddeling (door Funghi) tussen teler [Y] en afnemer [X] . De algemene verkoopvoorwaarden van Funghi zijn niet van toepassing. Indien de vordering van Funghi in hoger beroep geheel of gedeeltelijk voor toewijzing in aanmerking komt, dient de tegenvordering van [X] beoordeeld te worden. [X] heeft voor verrekening vatbare vorderingen op [Y] uit hoofde van afgekeurde leveringen, in 2015 en 2016 gedane voorschotbetalingen aan [Y] en betalingen aan Me-Fi ten behoeve van [Y] .
3.6
Het hof overweegt als volgt.
3.7
Indien moet worden aangenomen dat Funghi koopovereenkomsten met [X] heeft gesloten ter zake van de door [X] bij [Y] afgenomen champignons, dan betreft dit, zoals Funghi zelf stelt onder verwijzing naar hetgeen in de door Funghi overgelegde Telersovereenkomst is bepaald, krachtens lastgeving (met [Y] als lastgever en Funghi als lasthebber) door Funghi in eigen naam met [X] gesloten koopovereenkomsten.
3.8
[X] heeft gesteld dat zij een tegenvordering op [Y] heeft uit hoofde van voorschotbetalingen en betalingen aan Me-Fi.
Deze stelling heeft zij gemotiveerd met het volgende betoog. Eind 2015 is [Y] in zwaar weer komen te verkeren. Zij had geen middelen om compost te kopen en uitzendkrachten te betalen. [X] had de champignons van [Y] hard nodig in verband met Kerst 2015. Daarom heeft [X] voorschotten aan [Y] betaald en facturen (deels) voldaan van het door [Y] ingeschakelde uitzendbureau Me-Fi voor arbeidskrachten in week 25 en 26 van 2016.
[X] heeft haar betoog onderbouwd met de volgende bescheiden.
- een e-mail van [Y] aan [X] van 3 september 2015 , waarin is vermeld:
“Naar aanleiding van het gesprek gisteren (…) stuur ik bij deze de prognose van de grondstof kosten. Indien wij het door jullie gevraagd volume gaan produceren, hebben wij het volgende liquidities tekort. (…). Ik hoop dat we hier samen uit komen. Volgende week ga ik in gesprek met de bank. Het zou fijn zijn als we dan een antwoord van jullie hebben.”;
- twee facturen van Me-Fi;
- transactieoverzichten van de betalingen van [X] aan [Y] en aan Me-Fi.
Tegenover de aldus gemotiveerde en met bescheiden onderbouwde stelling van [X] , wordt de blote betwisting door Fungi gepasseerd als onvoldoende gemotiveerd. Aan bewijslevering komt het hof niet toe.
3.9
Het hof komt thans toe aan de vraag of er plaats is voor verrekening van de vorderingen van Fungi op [X] met de tegenvordering van [X] op [Y] . Daarbij gaat het hof veronderstellenderwijs uit van het bestaan van koopovereenkomsten tussen Funghi en [X] als hiervoor in rov. 3.7 omschreven. Bij de beoordeling van deze vraag stelt het hof het volgende voorop. Art. 6:34 BW bepaalt het volgende: de schuldenaar die betaald heeft aan iemand die niet bevoegd was de betaling te ontvangen, kan aan degene aan wie betaald moest worden, tegenwerpen dat hij bevrijdend heeft betaald, indien hij op redelijke gronden heeft aangenomen dat de ontvanger van de betaling als schuldeiser tot de prestatie gerechtigd was of dat uit anderen hoofde aan hem moest worden betaald. De strekking van deze wetsbepaling is dat de schuldenaar beschermd wordt tegen benadeling. Deze strekking brengt mee dat de bepaling overeenkomstige toepassing vindt op handelingen die met betaling gelijkgesteld kunnen worden, zoals verrekening. Indien de schuldenaar op redelijke gronden heeft aangenomen dat hij zijn verrekeningsverklaring uitbracht aan zijn schuldeiser, heeft hij, ondanks het ontbreken van wederkerigheid bevrijdend verrekend in verhouding tot de werkelijke schuldeiser.
3.1
Uit de gedingstukken en stellingen van partijen blijkt dat Funghi voor de aan [X] geleverde champignons steeds een (door [X] aan Funghi te betalen) verkoopfactuur stuurde aan [X] en op dezelfde datum een (door Funghi aan [Y] te betalen) inkoopfactuur stuurde aan [Y] voor hetzelfde bedrag als de verkoopfactuur verminderd met een (relatief gering) bedrag aan ‘Voorschot actiefondsbijdrage’. Funghi betaalde [Y] na ontvangst van betaling van [X] (zie punt 3 van de conclusie van dupliek in reconventie). De aldus vormgegeven lastgeving bracht dus mee dat [Y] de materieel belanghebbende was bij de (gestelde) tussen Funghi en [X] tot stand gekomen koopovereenkomsten.
Zowel de vorderingen van Funghi op [X] als de tegenvordering van [X] op [Y] hebben betrekking op door [X] van [Y] afgenomen champignons. Zij hangen dus nauw samen.
Niet is betwist dat Funghi het van [X] gevorderde bedrag grotendeels zal afdragen aan de boedel van [Y] . In het openbaar faillissementsverslag betreffende [Y] wordt ook melding gemaakt van deze procedure. De vorderingen van Funghi op [X] hebben dus grotendeels betrekking op een vermogensverschuiving van [X] naar (uiteindelijk) [Y] , en de tegenvordering heeft betrekking op een daartegenover staande vermogensverschuiving van [Y] naar [X] .
Funghi is een door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland erkende producentenorganisatie met als doel, kort gezegd, producten van de aangesloten leden te verkopen (de doelstellingen van producentenorganisaties staan uitputtend omschreven in art. 152 lid 1 Verordening (EU) nr. 1308/2013 van 17 december 2013). Deze hoedanigheid en dit doel van Funghi relativeren het eigen financiële belang van Funghi bij de betalingen en het belang van Funghi bij de vraag welke uitkomst de vermogensverschuivingen met [X] en [Y] uiteindelijk hebben. Dit draagt ook bij aan de redelijkheid van de aanname van [X] dat hij met [Y] kon verrekenen.
3.11
Op grond van de hiervoor in rov. 3.10 genoemde omstandigheden moet aangenomen worden dat [X] op redelijke gronden heeft aangenomen dat hij zijn verrekeningsverklaring aan [Y] uitbracht aan zijn schuldeiser, zodat hij, ondanks het ontbreken van wederkerigheid bevrijdend verrekend heeft in verhouding tot de (veronderstellenderwijs aangenomen) werkelijke schuldeiser Funghi.
3.12
De totale vordering van [X] uit hoofde van voorschotbetalingen en betalingen aan Me-Fi overstijgt het bedrag dat Funghi (aangenomen dat zij gezien het bepaalde in artikel 7:422 lid 1 onder a BW na de faillietverklaring van lastgever [Y] nog bevoegd is tot inning van de openstaande facturen) nog van [X] te vorderen heeft. Reeds om die reden moeten de vorderingen van Funghi worden afgewezen.
De vraag of [X] ook nog een voor verrekening vatbare vordering uit hoofde van afgekeurde champignons heeft, behoeft geen bespreking meer.
3.13
De slotsom is dat ook indien sprake is van koopovereenkomsten tussen Funghi en [X] , [X] op grond van overeenkomstige toepassing van art. 6:34 BW bevoegd is om haar vorderingen op [Y] uit hoofde van voorschotbetalingen en betalingen aan Me-Fi in verrekening te brengen. De grieven behoeven geen verdere bespreking. De vorderingen van Funghi zijn ook in hoger beroep niet toewijsbaar. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. Funghi zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde;
veroordeelt Funghi in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [X] begroot op € 1.978,- aan verschotten en € 2.638,- voor salaris;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.A.H. Melissen, G.C.C. Lewin en J.W.M. Tromp en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2020.