ECLI:NL:GHAMS:2020:1863
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.W. Rang
- J.W. Hoekzema
- A.R. Sturhoofd
- A.M.L. Broekhuijzen-Molenaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake een civiele zaak tussen appellant en het Utrechtse Landschap
In deze zaak heeft de appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.E. de Geer, hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder zijn gewezen in de onderhavige zaak. De geïntimeerde, het Utrechtse Landschap, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.H.W. Le Large, is opgeroepen om voor het Gerechtshof Amsterdam te verschijnen. Het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten.
Het hof heeft bepaald dat partijen, of hun vertegenwoordigers, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris mr. A.M.L. Broekhuijzen-Molenaar in het Paleis van Justitie te Amsterdam. Partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum en tijd van de mondelinge behandeling zal vaststellen. Tevens is bepaald dat de appellant binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof, en dat partijen uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling de stukken waarop zij zich willen beroepen, in kopie moeten overleggen aan het hof en de wederpartij. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.