ECLI:NL:GHAMS:2020:1862

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
6 juli 2020
Zaaknummer
200.279.416/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake geschil tussen TAXI FRIED en TAXI ALI SHAH

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten H.O.D.N. TAXI FRIED tegen de geïntimeerde H.O.D.N. TAXI ALI SHAH. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer 200.279.416/01 en betreft een civielrechtelijk geschil. De appellanten hebben de geïntimeerde bij exploot opgeroepen om in hoger beroep te komen van eerdere vonnissen die in deze zaak zijn gewezen. De advocaat van de appellanten is mr. C.R. Hettema, terwijl de advocaat van de geïntimeerde mr. P.J. van der Vlerk is. Het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Tijdens deze behandeling kunnen onderwerpen zoals mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen. Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon moeten verschijnen, of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan. De mondelinge behandeling zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip. Daarnaast zijn er verschillende termijnen gesteld voor het indienen van processtukken en het opgeven van verhinderdagen. Het arrest is gewezen op 30 juni 2020 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.279.416/01
zaaknummer rechtbank : C/15/2822620/HAZA 18-810
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 30 juni 2020
inzake
[appellant sub 1] , H.O.D.N. TAXI FRIED,
wonende te [woonplaats] ,
[appellante sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. C.R. Hettema te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] , H.O.D.N. TAXI ALI SHAH,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.J. van der Vlerk te Amstelveen.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. M.M. Korsten - Krijnen, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 14 juli 2020 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 5 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.