ECLI:NL:GHAMS:2020:1653

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
000409-20 - 23-004427-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over teruggave van in beslag genomen honden na verbeurdverklaring

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2020 uitspraak gedaan over een klaagschrift dat strekte tot teruggave van twee honden die onder de verdachte in beslag waren genomen. Het klaagschrift, ingediend op 3 juli 2017, was eerder door de rechtbank Noord-Holland ongegrond verklaard. De Hoge Raad heeft op 19 februari 2019 deze beschikking vernietigd en het klaagschrift teruggewezen naar de rechtbank, die zich vervolgens onbevoegd verklaarde en het klaagschrift verwees naar het hof Amsterdam.

Tijdens de openbare behandeling op 15 mei 2020 heeft het hof de advocaat van de klager, mr. S. Konya, en de advocaat-generaal gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de honden. Dit is gebaseerd op de noodzaak om de belangen waarvoor de inbeslagneming is toegestaan, veilig te stellen. Het hof heeft eerder in de strafzaak met het bijbehorende parketnummer de verbeurdverklaring van de honden bevestigd, die was uitgesproken door de politierechter op 14 december 2017.

Uiteindelijk heeft het hof het klaagschrift ongegrond verklaard en bevolen dat de beschikking onverwijld aan de klager wordt betekend. Deze beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de voorzitter en de griffier de beschikking hebben ondertekend en deze is uitgesproken tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
rekestnummer: 000409-20 (art. 552a Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-004427-17
Beschikking op het klaagschrift op de voet van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres],
hierna te noemen: klager.

1.Inhoud klaagschriftHet klaagschrift van 3 juli 2017 strekt tot teruggave aan de verdachte van de twee onder hem in beslag genomen honden (mix Stafford).

2.Procesgang

De rechtbank Noord-Holland heeft het klaagschrift bij beschikking van 24 juli 2017 ongegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft op 19 februari 2019 de beschikking van 24 juli 2017 vernietigd en het klaagschrift teruggewezen naar de rechtbank Noord-Holland.
De rechtbank Noord-Holland heeft zich bij beschikking van 3 juni 2019 onbevoegd verklaard en het klaagschrift verwezen naar het hof Amsterdam.
Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken in de strafzaak onder bovengenoemd parketnummer. Het hof heeft op 15 mei 2020 ter gelegenheid van de openbare behandeling van het klaagschrift de advocaat van klager, mr. S. Konya, en de advocaat-generaal in raadkamer gehoord.

3.3. Beoordeling

Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave, nu het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt, aangezien het hof bij arrest van heden in de strafzaak met bovengenoemd parketnummer de eerder door de politierechter in de strafzaak met parketnummer 15-153727-17 bij vonnis van 14 december 2017 uitgesproken verbeurdverklaring heeft bevestigd.

4.BeslissingHet hof:

Verklaart het beklag ongegrond.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan klager.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. J.L. Bruinsma en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 29 mei 2020.