Uitspraak
mr. H.W.L. de Beauforten
mr. H.A. de Savornin Lohman,beiden kantoorhoudende te Amsterdam, en
mr. W.H.A.M van den Muijsenbergh, kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. S.J.H.M. Berendsenen
mr. B. Kemp, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
[B],
[C],
[D],
mr. W.K. Bischoten
mr. N.M. Suurmond, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
6 DE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN DESEIZOENEN B.V.,
[E],
[F],
[G],
[H],
mr. P.D. Oldenen
mr. F.H. Oosterloo, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
DE LOKALE CLIËNTENRAAD VAN DESEIZOENEN B.V., locatie Gennep (Eindhoven)en
DE LOKALE CLIËNTENRAAD VAN DESEIZOENEN B.V., locatie Elivagar (Roggel),
mr. A.J.D. Bekius, kantoorhoudende te Zwolle.
1.Het verloop van het geding
- verzoeker als de CCr;
- verweerster als DeSeizoenen;
- belanghebbenden onder 1 tot en met 5 gezamenlijk als WW Zorg Groep c.s., afzonderlijk respectievelijk als WW Zorg Groep, [A] , [B] , [C] en [D] en belanghebbenden 2 tot en met 5 gezamenlijk als [I] ;
- belanghebbenden onder 6 a) tot en met d) gezamenlijk als de raad van commissarissen en afzonderlijk respectievelijk als [E] , [F] , [G] en [H] ;
- belanghebbenden onder 7 gezamenlijk als de lokale cliëntenraden.
2.De feiten
de organisatiestructuur weerspiegelt de duidelijke scheiding tussen de zorgactiviteiten van DeSeizoenen enerzijds en de ondersteunende diensten anderzijds”.
Bij de brief zitten 4 bijlagen. De belangrijkste is het resultaat van de Vastgoed BV. Er is besloten om vastgoed los te maken van de zorg. Op de 1e bijlage is de balans opgenomen van de Vastgoed BV, een achtergestelde lening van de aandeelhouders en een achtergestelde lening van DeSeizoenen. Samen met een bedrag van 18 miljoen wat we nodig hebben van de banken. Er gaat behoorlijk geïnvesteerd worden. Andere financieringen worden gehaald uit leningen van de aandeelhouders en DeSeizoenen. De lening van de aandeelhouders loopt hoger op dan die van DeSeizoenen. Er is gerekend op een rentevergoeding van 7% wat bij DeSeizoenen wel uitgekeerd gaat worden en van de aandeelhouders niet(…)”
Het is een bord spaghetti op dit moment en het is verstandig dat we tegen de tijd dat het definitief gaat worden nogmaals samen om tafel gaan zitten om de zaken door te spreken.”
De achtergestelde lening van de exploitatie van DeSeizoenen is een soort voorschot op de huur?’
Klopt, dit komt uit de resultaten.”
De opbrengst prognosticeren we voor jaren daarna. Op het moment dat de exploitatie resultaten niet voldoende zijn hebben we een resultatenprobleem en moeten we het anders op gaan lossen.”
Dus langzaam worden we meer eigenaar van de panden.”
De gedachte is dat de financiering voor het liquiditeit gat terug komt naar DeSeizoenen. DeSeizoenen investeert in een tijdelijke constructie om het nodig te maken om voor het vastgoed te gebruiken. De oorspronkelijke gedachte is dat het terug betaald wordt.”
governancevan de organisatie en in punt 6 staat dat de vijf door de CCr opgestelde kernwaarden richting geven aan de werkzaamheden van en besluitvorming bij DeSeizoenen. Punt 8 luidt:
Financiële middelen bestemd om zorg te verlenen, worden ook daadwerkelijk aangewend voor het verlenen van die zorg (…) en niet weggesluisd via andere vennootschappen. Dat wil onder meer zeggen dat:
bulletvan € 10 miljoen op de einddatum), waarbij WW Zorg Groep en Care Shared Services zich als hoofdelijke medeschuldenaren verbonden. De zekerheden waren onder meer een eerste hypotheekrecht op het vastgoed, een eerste pandrecht op de vorderingen uit hoofde van de huurovereenkomsten, een eerste pandrecht van Vastgoed DeSeizoenen op de NHC-vorderingen van DeSeizoenen tot zekerheid van de huurverplichtingen van DeSeizoenen (welk pandrecht via het pandrecht op de vorderingen uit hoofde van de huurovereenkomsten als nevenrecht toekomt aan de zekerhedenagent), een tweede pandrecht (herverpanding) op de NHC-vorderingen en een achterstelling van de door Care Shared Services en DeSeizoenen te verstrekken leningen.
1.Inleiding
De volgende aanvullende vragen zijn gesteld:
dat er een bijzonder groot gebrek aan vertrouwen aanwezig is bij de CCR”en “
dat er een gebrek aan goede inschattingen omtrent de daadwerkelijke risico’s rondom het eventueel al dan niet verwerven van het vastgoed aanwezig lijkt te zijn bij de CCR”. WW Zorg Groep stelt een mogelijk terugtrekken uit de voorgenomen vastgoedtransactie, met ernstige consequenties, in het vooruitzicht. Zij heeft laten weten verwerving van het vastgoed niet te hoeven faciliteren maar dit te willen doen voor de bewoners en de medewerkers en zij roept de CCr op met alternatieven te komen indien hij meent dat er betere alternatieven zijn. Het bestuur van DeSeizoenen heeft bij brief van 5 mei 2014 (met cc aan de raad van commissarissen) gereageerd op de brief van de CCr van 2 mei 2014. Het bestuur heeft zich op het standpunt gesteld dat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) de CCr geen adviesrecht toekent als het gaat om het verwerven of afstoten van vastgoed, noch als het gaat om het aangaan of verbreken van huurrelaties. Het bestuur heeft echter wel een nadere toelichting gegeven op de voorgenomen plannen met het vastgoed. Het bestuur heeft (met verwijzing naar vergaderingen, memo’s en het laatste e-mailantwoord aan de CCr op 22 april 2014) geschreven al meerdere keren te hebben uitgelegd hoe de structuur werkt en waarom die op deze manier is ingericht, maar zich genoodzaakt te zien dit nogmaals uiteen te zetten, deze keer iets schematischer omdat de details mogelijk juist tot onduidelijkheden hebben geleid. Het bestuur heeft de constructie vervolgens toegelicht aan de hand van drie hoofdargumenten voor de gekozen structuur: 1) vastgoed in eigendom hebben, onderhouden en ontwikkelen is niet de “
core-business” van DeSeizoenen, 2) tegelijkertijd zou het voordelig zijn als invloed op de kwaliteit van de huisvesting mogelijk is, en 3) een structuur waarbij de risico’s aangaande het vastgoed voor DeSeizoenen kunnen worden geminimaliseerd en er toch een zekere mate van invloed mogelijk blijft op dat vastgoed, is de ideale structuur voor DeSeizoenen. In het schema van de voorgenomen structuur wordt onder meer vermeld dat het geld waarmee het achterstallig onderhoud wordt gefinancierd van DeSeizoenen blijft en ook 7% per jaar opbrengt en dat de zekerheid voor de banken alleen de NHC-stroom betreft die betrekking heeft op de deal. In de brief wordt voorts ingegaan op de rol van de raad van commissarissen. Vermeld wordt dat de raad van commissarissen uit vijf leden bestaat, van wie de meerderheid geen direct en geen indirect aandeelhoudersbelang heeft in de betrokken vennootschappen en dat de raad van commissarissen positief heeft gereageerd op de voorliggende plannen.
De aandeelhouder heeft in het overleg van afgelopen maandag aangegeven dat er door de gekozen structuur een belangenverstrengeling is en dat de governancestructuur zo is ingericht om hier op te kunnen toezien en actief op in te spelen. Genoemd kunnen worden de nieuwe onafhankelijke bestuurder, de nieuwe onafhankelijke voorzitter van de RvC en de ambitie van de aandeelhouder om transparant te zijn over de verschillende belangen.
Het eerste punt betreft dat het de CCR niet voldoende duidelijk is geworden of de huurprijs objectief is vastgesteld.
Aan: Directie van DeSeizoenen BV Van: RvC van DeSeizoenen BV” met als onderwerp “
besluit omtrent verwerving vastgoed” houdt onder meer in:
De RvC van DeSeizoenen BV
3.De inhoud van het verslag
hoofdstuk Ivan het verslag, heeft de onderzoeker aandacht besteed aan het onderwerp van het onderzoek, het verloop en het perspectief en de uitvoering van het onderzoek, de opzet van het verslag en de vraag of het verslag openbaar dient te zijn en de betekenis van bevindingen en kwalificaties in het verslag.
hoofdstuk IIIgaat de onderzoeker vervolgens in op de totstandkoming van de verwerving. Daarbij merkt hij op:
hoofdstuk IVheeft de onderzoeker de onderzoeksvragen beantwoord.
(…) De onderzoeker heeft de opdracht geconcretiseerd in de volgende onderzoeksvragen:
a) is de besluitvorming over de deelname van DeSeizoenen aan de Verwerving voldoende zorgvuldig en onafhankelijk geweest? Was er sprake van tegenstrijdig belang van bestuurders en/of commissarissen? Kan de Verwerving als een corporate opportunity worden aangemerkt die DeSeizoenen BV voor haar zelf had moeten behouden?
de omstandigheden van het geval, onder andere met de verwachtingen van de personen die bij de verhouding in kwestie betrokken zijn. (…)
.
a) was bij de Verwerving sprake van een tegenstrijdig belang?
4.Tweede vraag: het resultaat van de Verwerving
hoofdstuk Vvolgen de conclusies van de onderzoeker (door hem aangeduid als “bevindingen”). Na de vermelding van het onderwerp (“de Verwerving”) en de onderzoeksvragen, luiden deze als volgt.
a) er was bij de totstandkoming van de Verwerving sprake van (schijn van) tegenstrijdig belang tussen een deel van de bestuurders en een deel van de commissarissen van DeSeizoenen BV enerzijds en DeSeizoenen BV anderzijds. De geconflicteerde bestuurders en commissarissen hadden aan de beraadslaging en besluitvorming over de Verwerving niet mogen deelnemen, althans het belangenconflict had eerder en uitdrukkelijker gesignaleerd en opgelost moeten worden. De onderzoeker merkt daarbij op dat dit gebrek meer gold in de beginfase van de Verwerving (2012) dan in de eindfase (2016). Mede vanwege de doorstartsituatie van DeSeizoenen in 2012, kan de onderzoeker enig begrip opbrengen voor het feit dat de governance van de instelling in de beginfase niet geheel in orde was;
4.De standpunten van partijen
upsidevia Vastgoed DeSeizoenen toevalt aan [I] , terwijl zij slechts € 100 (in de vorm van de storting op de aandelen in Vastgoed DeSeizoenen) hebben geïnvesteerd. De constructie is in strijd met de Zorgbrede Governancecode (hierna: ZGC) en de bevindingen van de NZa, de IGJ en de Staatssecretaris in de vergelijkbare Alliade-casus van juli/augustus 2016. Daarbij komt dat ook de regels omtrent de
corporate opportunityin de weg staan aan het onderbrengen van het vastgoed in de privé-vennootschap van [I] Bovendien hebben [I] zich daarbij schuldig gemaakt aan intimidatie en misleiding. Ook als wel toelaatbaar is dat het vastgoed is ondergebracht in de privé-vennootschap, dan is de wijze waarop dit is gebeurd ontoelaatbaar. De tegenstrijdig belang regels zijn overtreden, de huur is torenhoog en de achtergestelde lening levert niet alleen (schijn van) persoonlijke bevoordeling op, maar ook (schijn van) belangenverstrengeling.
special purpose vehicleen een doorgeefluik dat de financiële lasten en risico’s vrijwel geheel doorspeelt aan DeSeizoenen en de
upsideaan haar aandeelhouders. Anders dan waarvan de onderzoeker blijkens diverse passages in het verslag uitgaat, is Vastgoed DeSeizoenen, noch Care Shared Services een groepsvennootschap van DeSeizoenen. Niet kan worden gezegd dat de centrale leiding bij WW Zorg Groep ligt. Het zwaartepunt in het geheel ligt bij DeSeizoenen, voor haar geldt een winstuitkeringsverbod en, anders dan bij een gewone onderneming, dienen de aandeelhouders van een zorginstelling het belang van de zorginstelling na te streven. Als WW Zorg Groep zou worden ontbonden of weggedacht, zou er feitelijk en economisch niets veranderen aan de structuur.
returnvan € 18 of € 25 miljoen op termijn) en vormt het een omzeiling van het winstuitkeringsverbod.
corporate opportunity, disproportionaliteit van de transactie en (schijn van) persoonlijke bevoordeling in de zin van de ZGC.
corporate opportunityhebben geschonden. In dit geval bestond de
corporate opportunityuit de mogelijkheid die zich in voorjaar 2014 voordeed voor DeSeizoenen om de eigendom van het vastgoed op de locaties Bronlaak, Overkempe en De Corisberg van de curator te verwerven. De zorgvragers wonen al sinds jaar en dag op die locaties, het vastgoed is niet alleen van belang om te wonen maar ook om op te werken en de kwaliteit van wonen is onderdeel van de kwaliteit van zorg. [I] mochten van aanvang niet verwachten dat zij het vastgoed konden onderbrengen bij Vastgoed DeSeizoenen en op die wijze voordeel voor zichzelf te behalen, maar ook al zou dat anders zijn, dan nog was er geen
opportunitydie [I] toekwam. Vanaf begin 2012 tot 27 februari 2014 was nog niet duidelijk dat het vastgoed in een privé-vennootschap van [I] zou worden ondergebracht als voordeel van hun initiatief. Ter onderbouwing van deze stelling heeft de CCr gewezen op een vijftiental berichten, brieven en verslagen. De constructie lag dus nog niet vanaf begin 2012 vast, er is sprake van ernstige misleiding. Daarbij komt dat pas op 2 maart 2018 kenbaar is gemaakt dat de vastgoedconstructie/transactie het verdienmodel was van [I] Onduidelijk is ook welke betrokkenen legitieme verwachtingen bij [I] zouden hebben gewekt. Goedkeuring door de publieke instanties en de CCr is niet gegeven. De verwachtingen zijn bovendien niet legitiem bij gebrek aan financieel commitment. Maar ook indien [I] begin 2012 wel legitieme verwachtingen mochten hebben, hebben zij de
opportunityin 2014 prijs gegeven althans behoorden dat te doen, gelet op de volgende omstandigheden. Vrijwel alle financiële lasten en risico’s werden bij DeSeizoenen gelegd terwijl de
upsidetoekomt aan [I] , Vastgoed DeSeizoenen was slechts een stuk papier en niet in staat het vastgoed te verwerven zonder achtergestelde lening van DeSeizoenen terwijl DeSeizoenen in voorjaar 2014 financieel zeer wel in staat was het vastgoed te verwerven, Vastgoed DeSeizoenen was niet in staat nieuwbouw te verrichten en de ZGC schrijft het vermijden van (schijn van) belangenverstrengeling en persoonlijke bevoordeling voor.
governanceheeft verbeterd, maar tegelijkertijd dat bij de door de onderzoeker gemaakte kanttekeningen geen sprake is van onzorgvuldig of laakbaar handelen en dat DeSeizoenen niet is benadeeld. Voorts heeft zij de verwijten van de CCr samengevat in zes onderwerpen en voert zij, samengevat, het volgende aan.
corporate opportunityontnomen. Het houden van het vastgoed was geen mogelijkheid die DeSeizoenen kon benutten. De oprichters/aandeelhouders wensten het vastgoed in een aparte vennootschap onder te brengen. Overigens was DeSeizoenen waarschijnlijk financieel ook niet (althans niet zonder aanzienlijke risico’s) tot verwerving in staat geweest. Voorts het past het houden van vastgoed niet binnen de bedrijfsvoering van DeSeizoenen – waar de focus volledig op zorgverlening ligt – en behoort het niet tot haar
core business. Daarbij komt dat het destijds ook niet in het belang van DeSeizoenen was geweest de risico’s verbonden aan het houden van vastgoed op zich te nemen.
upsidevan de vastgoedstructuur aan hen toevalt is ongegrond. Zoals in het verslag staat (201) is het een legitieme opzet dat de initiatiefnemers het initiatief nemen DeSeizoenen te redden ten einde zelf een rechtmatig voordeel te behalen en is dit beoogde voordeel rechtmatig.
checks and balances. Uit analyses door onafhankelijke deskundigen is achteraf gebleken dat de huurprijs marktconform is. [J] en de raad van commissarissen houden toezicht op de huurovereenkomsten en de raad van commissarissen toetst jaarlijks of de huurprijs onder de NHC blijft. [J] heeft bij zijn aantreden ook zelf de huur beoordeeld.
impactvan de enquêteprocedure op DeSeizoenen als zorgorganisatie en haar
stakeholders.Zij heeft de wijze waarop de CCr haar (onterechte) verwijten heeft geuit schadelijk genoemd voor DeSeizoenen. Zij stelt actief te hebben geprobeerd de zorgen van de CCr weg te nemen, maar is met een oncoöperatieve opstelling van de CCr geconfronteerd. DeSeizoenen vreest dat de onrust blijft bestaan zolang het conflict met de CCr niet tot een einde komt.
corporate opportunitykwam hierdoor toe aan de aandeelhouders. De structuur is erop gericht de continuïteit van wonen en zorg voor langere termijn te kunnen borgen en daarnaast op de langere termijn rendement te kunnen realiseren voor de aandeelhouders. De belangen zijn volledig met elkaar in lijn. In de huurrelatie staat marktconformiteit centraal. Dat is zowel vanuit het perspectief van DeSeizoenen als van dat van de aandeelhouders van groot belang. Uit onafhankelijke analyses blijkt dat de huurovereenkomsten marktconform zijn. De aanschafwaarde is niet het bepalende criterium; daarmee wordt voorbij gegaan aan de inhaalinvesteringen, instandhoudings- en beheerskosten, die voor Vastgoed DeSeizoenen aanzienlijk zijn. Met het beeld dat de aandeelhouders het vastgoed zouden hebben verworven voor € 100, gaat de CCr voorbij aan de financiering met vreemd vermogen, de aflossings- en rentelasten in dat verband en het feit dat de waarde van het vastgoed pas aan de aandeelhouders toekomt na aflossing van de financiering en absorptie van alle aan de exploitatie van het vastgoed verbonden risico’s. Waar de onderzoeker heeft geconstateerd dat bepaalde elementen zorgvuldiger hadden gekund, worden deze gerepareerd. Een externe marktconformiteitstoets is inmiddels uitgevoerd en zal frequent worden herhaald, de achtergestelde lening – waarvan de aandeelhouders zich realiseren dat deze de perceptie van onevenwichtige risicoverdeling in de hand werkt – zal vervroegd worden afgelost en deze aflossing zal uiterlijk per 1 januari 2022 geheel hebben plaatsgevonden (en blijft in de tussentijd geborgd vanuit de privé-vennootschappen van de aandeelhouders), het bestuur van DeSeizoenen, Vastgoed DeSeizoenen en Care Shared Services enerzijds en het aandeelhouderschap anderzijds, zal, hoewel dit in de visie van WW Zorg Groep c.s. heeft bijgedragen aan het huidige succes, met het oog op structurele rust en toekomst voor DeSeizoenen strikt worden gescheiden, reden waarom [D] per 1 juli 2019 aftreedt als bestuurder van DeSeizoenen en Care Shared Services en [A] en [B] reeds zijn afgetreden als (indirect) bestuurder van Vastgoed DeSeizoenen. De aandeelhouders hadden in sommige uitingen duidelijker kunnen maken welke structuur zij van meet af aan voor ogen hadden, maar zij wijzen erop dat de onderzoeker heeft geconcludeerd dat van misleiding in het geheel geen sprake was en dat zij de structuur, ook jegens de CCr, vanaf het begin van DeSeizoenen voldoende duidelijk hebben gemaakt. Uit het verslag blijkt dat van wanbeleid geen sprake is geweest. De elementen die zorgvuldiger hadden gekund vloeien voort uit een hectische tijd met integere bedoelingen en zijn of worden op adequate wijze hersteld, aldus – nog steeds – WW Zorg Groep.
5.De gronden van de beslissing
Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Bestuur en de zorgorganisatie wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders spelen die van materiële betekenis zijn voor de zorgorganisatie en/of voor de betreffende bestuurders, behoeven de goedkeuring van de Raad van Toezicht.”
een samenbundeling van moderne, en inmiddels breed gedragen, algemene opvattingen in de zorg over goed bestuur, toezicht en verantwoording. De brancheorganisaties willen een richtinggevend normenkader geven voor goed bestuur en goed toezicht”. Strijd met een bepaling in de ZGC 2010 is niet gelijk te stellen met een wettelijk verbod en leidt derhalve niet reeds op die grond tot het kwalificeren van een bepaalde constructie als ontoelaatbaar. De betekenis van de ZGC komt hierna nog aan de orde bij de beoordeling van de stellingen van de CCr die betrekking hebben op tegenstrijdig belang/belangenverstrengeling.
corporate opportunityvoor DeSeizoenen moet worden beschouwd en op de vraag of de CCr, zoals zij stelt, door DeSeizoenen is misleid op het punt van de constructie die [I] voor ogen stonden.
corporate opportunityvormde voor DeSeizoenen, die door de directie en de raad van commissarissen had moeten worden gerealiseerd. De Ondernemingskamer overweegt dat zich in 2012, na het faillissement van Zonnehuizen een
opportunityvoordeed. Die
opportunityis toen gerealiseerd door [I] , met hun opzet voor een doorstart van de zorg in combinatie met de overname van het vastgoed (over die opzet hierna nog nader onder 5.10 e.v.). DeSeizoenen is onderdeel van de constructie. Over (gelijktijdige) overname van het vastgoed kon toen nog geen overeenstemming worden bereikt.
corporate opportunitydie de toenmalige bestuurders/(onafhankelijke) commissarissen hadden moeten (proberen te) verwezenlijken binnen of onder DeSeizoenen. In de eerste plaats geldt, simpelweg, dat verwerving geen reële optie was. Voor koop van vastgoed is toestemming van de aandeelhouder nodig. Die toestemming zou uit de aard der zaak niet worden gegeven; [I] (de indirecte aandeelhouders) beoogden juist dat het vastgoed door een speciaal daarvoor opgerichte “zuster” vennootschap van DeSeizoenen zou worden overgenomen. Zoals overwogen was de
opportunityal in 2012 door de indirecte aandeelhouders/initiatiefnemers naar zich toe getrokken. Zij waren niet gehouden deze nadien aan DeSeizoenen te laten. In de tweede plaats geldt dat verwerving van het vastgoed ook niet als
corporate opportunityvoor DeSeizoenen kan gelden omdat het bezit en beheer van eigen vastgoed geen kernactiviteit van DeSeizoenen is. Vastgoed kan ook een risico zijn. Het besluit om niet te investeren in vastgoed is te billijken. De omstandigheid dat DeSeizoenen in 2014 het vastgoed mogelijk zelf had kunnen financieren, hoefde voor [I] geen aanleiding te zijn af te zien van de constructie die zij voor ogen hadden.
alle[onderstreping toegevoegd, OK] leden van de raad van commissarissen door de voorzitter en (c) vermeldt dat [A] en [B] “geen formele stem” hebben uitgebracht. Er zijn ook geen stukken in het geding gebracht op grond waarvan de Ondernemingskamer zich zelf een beeld kan vormen van het precieze besluitvormingsproces van (alleen) de onafhankelijke leden van de raad van commissarissen en de in dat kader gemaakte afwegingen. De aldus bestaande onduidelijkheid over de naleving van de wettelijke besluitvormingsregels in geval van een tegenstrijdig belang, is op zichzelf strijdig met de zorgvuldigheid en transparantie die in het onderhavige geval is vereist.
governancein die periode niet de hoogste prioriteit had, zoals ook de onderzoeker in zijn verslag heeft opgemerkt (onder 190 en 239 sub a)). Anderzijds gaat het hier om bij uitstek gevoelige materie: persoonlijke tegenstrijdige belangen en belangenverstrengeling in het kader van een zorgonderneming, waarmee publieke belangen en middelen en de belangen van de zorgontvangers zijn gemoeid. Beslissingen over de besteding van de middelen van DeSeizoenen raken per definitie aan laatstgenoemde belangen en van DeSeizoenen had gevergd kunnen worden dat zij zou waken voor potentiële vertroebeling met persoonlijke belangen van bij de organisatie betrokkenen. Van belang is dat het eerste bod op en de principeovereenstemming over het vastgoed dateren van geruime tijd na de doorstart, zodat niet kan worden gezegd dat er onvoldoende tijd is geweest voor bezinning op de positie van [I] als bestuurders/commissarissen van DeSeizoenen in het licht van de tot stand te brengen vastgoedtransactie. De Ondernemingskamer is van oordeel dat de wijze waarop de
governancevan DeSeizoenen in de cruciale periode voorafgaand aan het eerste bod van 13 juli 2013 en de daarop volgende principeovereenstemming van 25 februari 2014 was ingericht, gecombineerd met het ontbreken van actieve behartiging van de belangen van DeSeizoenen door een of meer onafhankelijke personen bij de totstandkoming van de huurovereenkomsten, de leningovereenkomst en de verpanding blijk geeft van een dermate ernstig gebrek aan zorgvuldigheid dat dit als wanbeleid moet worden aangemerkt. Het feit dat een tijdige onafhankelijke taxatie achterwege is gelaten en niet kan worden vastgesteld dat [A] en [B] zich hebben onttrokken aan beraadslagingen binnen de raad van commissarissen over het instemmingsbesluit van de raad van commissarissen, versterkt dit oordeel. De latere zelfstandige toets die [J] en de inmiddels volledig onafhankelijke raad van commissarissen voorafgaand aan de definitieve verwerving hebben verricht (verslag 186 en 187) neemt de hiervoor genoemde bezwaren niet weg. Niet is gebleken dat actief is heronderhandeld over de positie van DeSeizoenen.
huurder, wat de vorderingen terzake van de NHC in wezen zijn. Daarbij komt dat de aandeelhouders van Vastgoed DeSeizoenen, anders dan zij aanvankelijk in het vooruitzicht hebben gesteld (zie onder meer 2.12), geen eigen investering hebben gedaan anders dan de door de CCr herhaaldelijk gememoreerde € 100. Zij hebben uiteindelijk de extra benodigde financiering bewerkstelligd door middel van de reeds genoemde lening van DeSeizoenen en een lening van Care Shared Services.
upside(die erop neerkomt dat Vastgoed DeSeizoenen zonder eigen investering op termijn eigenaar zal zijn van vastgoed in een goede staat van onderhoud en met een aanmerkelijke overwaarde), een lagere huur of een periode van huurvrijstelling. Gesteld noch gebleken is dat dit aan de orde is geweest.
opportunityverzilverd, wat hun vrij stond. Voor DeSeizoenen gaat het er om dat zij, mede gelet op het winstuitkeringsverbod waaraan zij is gebonden, geen verplichtingen op zich heeft genomen waartoe een redelijk handelend bestuurder niet had mogen besluiten. De juistheid van de stelling dat de hoogte van de overeengekomen huur, op zichzelf bezien, niet valt binnen de bandbreedte waarbinnen van een marktconforme huur kan worden gesproken, volgt niet uit het verslag en heeft de CCr tegenover het verweer van DeSeizoenen ook onvoldoende nader onderbouwd. Daarbij komt dat de Ondernemingskamer in de beschikking van 30 april 2018 heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor wat betreft de marktconformiteit van de huidige huurbedragen voorbij te gaan aan de van toelichting voorziene bevindingen van Cushman & Wakefield. Bij de verpanding van de NHC-inkomsten en het verstrekken van de achtergestelde lening kunnen vraagtekens worden gezet, maar niet ondenkbaar is dat onder omstandigheden te billijken is dat hiertoe wordt overgegaan, waarbij voor de lening meeweegt dat een substantieel percentage aan rente wordt betaald. Hoewel op het resultaat het nodige valt af te dingen, zou dit voor de Ondernemingskamer, in het licht van de terughoudendheid die zij bij het toetsen van bestuurlijk handelen in acht heeft te nemen, derhalve geen grond zijn voor een wanbeleidoordeel indien bij het bereiken van dit resultaat geen geconflicteerde personen betrokken zouden zijn geweest en het resultaat tot stand zou zijn gekomen door onderhandelingen
at arm’s lengthen de expliciete afwegingen duidelijk zouden zijn gedocumenteerd.
governanceen besluitvorming van DeSeizoenen in de periode tot 25 februari 2014 blijk geven van wanbeleid.
governanceen zijn potentieel geconflicteerde bestuurders en commissarissen teruggetreden. De rol van [E] in de periode voor 25 februari 2014 moet in perspectief worden bezien en noopt thans niet tot zijn ontslag. Ook zijn de aanbevelingen van Houwing opgevolgd en worden stappen gezet de lening terug te betalen.