In het van het verhoor van [appellante] opgemaakte proces-verbaal van
4 januari 2018 zijn de volgende passages te lezen:
“(…) V: Heb jij wel eens sexuele sessie gehad met [geïntimeerde] .
A: Dat heb ik niet gedaan. Ik sprak wel eens met hem. (…)
V: Er zouden verschillende filmpjes zijn gemaakt van [geïntimeerde] en ook [A](hof: [A] )
verklaarde dat. Wat kan je hierover zeggen.
A: Ik heb niets opgenomen met een telefoon of zo. Ik heb maar 1 telefoon. Echt niet.
V: [appellante] je moet nu echt de waarheid zeggen.
A: Ik heb het echt niet gedaan. Dan moet u [A] maar opnieuw vragen. Ik heb dat echt niet gedaan. Ik heb maar 1 telefoon. (…)
V: Hoe vaak heb je [geïntimeerde] gezien bij [A] thuis.
A: Ik denk rond de drie keer.
V: Hoe vaak ben jij alleen geweest bij [geïntimeerde] .
A: Dat was één keer dat ik dan contact had met [geïntimeerde] . Hij ging dan gewoon in het hok zitten. Dat is een rommelhok. [A] had hem opdracht gegeven zijn kleren uit te doen behalve zijn onderbroek. Ik heb [geïntimeerde] zijn handen op zijn rug gebonden en zo in het hok gedaan. [geïntimeerde] sprak ook wel eens over zijn oude meesteres. Ik kon goed met [geïntimeerde] praten en ik vond het leuk hem te zien.
V: Waarom denkt [geïntimeerde] dat jij een sessie met hem gehad heeft.
A: Ik begrijp dat hij denkt dat hij een sessie met mij had maar dat was maar die ene keer toen ik hem in het hok had gedaan etc. [geïntimeerde] heeft mij nooit geld gegeven. Ook wilde hij een keer een headset geven maar die heeft hij weer meegenomen.
V: Hij heeft jou dus nooit betaald.
A: Dat klopt, het was in natura dat hij dingen moest doen. (…)
V: Vertel eens over het geleende bedrag.
A: Dat was 5000,- euro. Dat had hij van mij geleend. [geïntimeerde] vroeg of hij geld kon lenen van mij. Ik had een vriend die dat wel wilde lenen en die pin dan dan voor mij. IK gaf het dan aan [geïntimeerde] . (…) Ik heb hem wel eens 500 aan [geïntimeerde] geleend. Ik onthield wat hij bij mij leende. De vriend is [B] (…). De eerste keer was hij helemaal in paniek en dat hij geld nodig had. Dat ging om 100 euro dat ik hem geleend heb. Ik had het in mijn oude telefoon staan wat hij leende maar die telefoon heb ik niet meer heb. Op een zondag heeft hij 5000 euro aan mij overgemaakt. Dat kreeg ik dus op mijn bankrekening. (…)
V: Dus in acht maanden tijd heeft [B] jou 5000 euro gegeven.
A: Dat was niet zo dat was rond 4000 euro die ik van [B] heb gegeven.
V: Dus dat geld heb jij aan [geïntimeerde] gegeven.
A: Dat klopt. (…)
V: [A] bevestigd het verhaal van [geïntimeerde] .
A: Dat is niet zo, ik heb verteld wat er gebeurt is. Ik lieg niet en ik heb geen filmpjes van [geïntimeerde] . (…)
V: Wat heb je met die 5000 euro gedaan.
A: (…) Ik heb het geld bijna allemaal opgemaakt aan kleding en eten. Ik heb ongeveer nog 3000 euro van de 5000 op mijn bankrekening/spaarrekening staan. (…)”.